Pagina's

woensdag 29 januari 2014

Resultaten nationale verkeersONveiligheidsenquête

Het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) ging in oktober 2012 na welke factoren het onveiligheidsgevoel van de weggebruiker bepalen om hiermee rekening te kunnen houden bij de opstelling van hun communicatieacties. Uiteindelijk namen 2 241 Belgen ouder dan 16 jaar deel aan de eerste nationale verkeersONveiligheidsenquête die telefonisch werd afgenomen. Hieronder vindt u de meest opmerkelijke resultaten.

De vijf belangrijkste oorzaken van verkeersonveiligheid zijn
  • overdreven en onaangepaste snelheid
  • problemen met de infrastructuur
  • onveilige rijstijl
  • rijden onder invloed
  • niet naleven van de wegcode
De vijf populairste te nemen maatregelen zijn:
  • meer controles op niet-verzekerde voertuigen
  • verplicht alcoholslot voor recidivisten
  • verplichte verkeerslessen in het secundair onderwijs
  • meer alcoholcontroles
  • verplichte snelheidsbegrenzer voor recidivisten
Rijden onder invloed van illegale drugs en alcohol worden ingeschat als de gevaarlijkste factoren in het verkeer. Ook fietsen in het donker zonder licht of fluovestje staat hoog op deze risicolijst.
Naarmate de weggebruikers ouder worden, neemt de vraag naar meer snelheidscontroles toe. Het draagvlak voor alcoholcontroles daarentegen is niet leeftijdsgebonden. 86 % van de ondervraagden zijn voor een verhoging van het aantal alcoholcontroles. Een opvallend percentage aangezien 26 % van hen verklaarden met een te hoog alcoholpercentage te hebben gereden tijdens de maand voorafgaand aan de enquête.
Meer info vindt u op de website van het BIVV

dinsdag 28 januari 2014

Opgepast voor Microsoft-oplichters

cybercrimeAfgelopen week kregen honderden mensen in ons land een telefoontje van fraudeurs die zich uitgeven voor Microsoft-medewerkers. We kregen ook al verschillende meldingen binnen van Gentenaars die hiervan het slachtoffer zijn geworden.

De oplichters bellen iemand op met de smoes dat er problemen zijn met hun computer. Zo vragen ze bijvoorbeeld om Windows 8.1 terug te zetten naar Windows 8; of maken ze het slachtoffer wijs dat er een virus op de computer staat en bieden ze hun diensten aan. De oplichters proberen uiteindelijk het slachtoffer vertrouwelijke gegevens te ontfutselen en vragen te surfen naar een bepaalde website. Nadat de gedupeerde de bewuste website heeft bezocht, kunnen de oplichters van op afstand zichzelf toegang geven tot de computer van het slachtoffer. Daarna vragen ze het slachtoffer te betalen voor de bewezen diensten. Indien de gedupeerde niet wil betalen, dringen ze aan of blokkeren ze zelfs de computer.
Aangezien ze de kans kregen om kwaadaardige software op de computer van het slachtoffer te installeren, blijft deze onder controle van de oplichters, zelfs zonder dat het slachtoffer dit merkt. Zo kan de gedupeerde in de toekomst opnieuw slachtoffer worden van andere praktijken zoals spionage, oplichting of afpersing.

Wat te doen indien je wordt opgebeld?
Zowel Microsoft als de federale politie vragen de burgers met aandrang niet in te gaan op deze telefoontjes. “Informatie over beveiligingsincidenten of updates van beveiligingssoftware sturen we via e-mail naar abonnees van ons programma voor beveiligingsberichten. Onze helpdesk zal hiervoor nooit proactief naar eindgebruikers bellen en al zeker nooit persoonlijke gegevens vragen of gebruikers laten betalen. Doordat software steeds beter beveiligd is, hebben cybercriminelen minder succes om computers ongemerkt te infecteren met malware. Vandaar dat ze personen bellen om hun veiligheid prijs te geven of hen de slechte software te laten installeren”, reageert Philippe Rogge, General Manager van Microsoft België en Luxemburg.
De Federal Computer Crime Unit (FCCU) van de federale gerechtelijke politie raadt aan de telefoon gewoon in te haken en in geen geval de opgedragen opdrachten uit te voeren. Er wordt ook uitdrukkelijk gevraagd zeker geen gevoelige informatie te geven via telefoon (zoals gebruikersnamen, wachtwoorden of kredietkaart- of bankgegevens).

Wat te doen indien je computer al onder controle is geweest van de oplichters?
Indien je al toegang tot je computer hebt gegeven, koppel dan de computer onmiddellijk los van het internet en voer een volledige scan uit met een recente en up-to-date virusscanner en verwijder de ontdekte malware. Je kan indien nodig je computer ook opnieuw laten installeren. Wijzig zeker ook alle wachtwoorden, zowel van de computer als van alle internetaccounts (mailbox, Facebook, Twitter, ...). Wijzig ook de veiligheidsvragen die je krijgt wanneer je je wachtwoord van die accounts vergeet.

Wat te doen indien je schade hebt geleden?
Heb je naar aanleiding van dit type van oplichting schade geleden, dan kan je een klacht neerleggen voor hacking en sabotage van je computer bij je lokale politie. Verzamel alle gegevens die bewijs kunnen leveren van de feiten en van de geleden schade. Noteer alle gegevens die je van de oplichters kreeg, zoals telefoonnummers, namen en websiteadres en neem deze mee naar de politie.
Ook in andere landen zijn gelijkaardige gevallen gekend. Op deze pagina verzamelde Microsoft meer informatie en enkele tips:
http://www.microsoft.com/nl-be/security/online-privacy/msname.aspx

Resultaten verkeerscontroles

Resultaten snelheidscontroles zonder onderschepping van 27 januari 2014

Sint-Lievens-Houtem


Aantal controles : 205
Aantal overtredingen : 56

Herzele

Aantal controles : 528
Aantal overtredingen : 48

Zottegem

Aantal controles : 647
Aantal overtredingen : 63

vrijdag 24 januari 2014

Hoe oplichting vermijden?

Regelmatig ontvangen wij zeer aanlokkelijke aanbiedingen (vakantie, wijnen, etc.) waaraan moeilijk kan worden weerstaan... Maar hoe weet men nu of het over oplichting gaat of niet? Een gids uitgegeven door het Europees Consumenten Centrum ontmantelt de verschillende vallen en biedt aanbevelingen voor preventie.
Kijk uit voor (te) aanlokkelijke aanbiedingen...
• Neem afstand, indien het te mooi is om waar te zijn is het bijna zeker niet waar.

• Bepaal de exacte identiteit van de correspondent die u een aanbieding doet, de referenties van zijn vennootschap.

• Deel geen persoonlijke informatie mee zonder serieuze waarborg.

• Alvorens uw handtekening te plaatsen, bestudeer grondig de overeenkomst, vergelijk prijzen, producten en aangeboden diensten.

• Durf nee te zeggen:weiger om verder te gaan zonder motivering, ook als de verkoper te veel druk uitoefent of met een excuus komt aandraven dat het een tijdelijke aanbieding is om op die manier een beslissing te bespoedigen.

• Ga niet in op een gratis aanbieding uit de weg als je op voorhand administratieve kosten moet betalen.


 

 

donderdag 23 januari 2014

Wat is eco-driving?

Relaxed achter het stuur zitten en dus meer comfort voor jezelf en de passagiers. Eco-driving is de meest moderne manier van autorijden. Het uitgangspunt daarbij is defensief en anticiperend rijden zodat de verkeersveiligheid verhoogt. Bovendien zorgt eco-driving er voor dat brandstof wordt bespaard en zodoende ook de CO2 uitstoot en andere emissies worden beperkt. Kortom, eco-driving is goed voor de veiligheid en het milieu en spaart heel wat kosten.

Hoe? 

  • Schakel tijdig naar een hogere versnelling. Schakel bij een toerental dat bij voorkeur lager is dan 2500 toeren bij benzinemotoren en 2000 toeren bij dieselmotoren. Met een nieuwe wagen hoef je niet meer tot hoge toerentallen te gaan om vlot te kunnen versnellen.
  • Rijd zo veel mogelijk met een constante snelheid.
  • Volg de verkeersstroom en anticipeer op wat voor je gebeurt. Hou voldoende afstand ten opzichte van je voorligger. Zo vermijd je dat je sterk moet remmen wanneer je voorganger remt.
  • Laat tijdig gas los, wanneer je een kruispunt, verkeerslicht, etc. nadert.
  • Rem op de motor: Laat hierbij de motor zo lang mogelijk in dezelfde versnelling zonder koppeling in te drukken. Moderne motoren sluiten automatisch de brandstoftoevoer af zodra je de gaspedaal loslaat.
  • Rijd niet te snel! Bij snelheden boven 100 km/u is de snelheid de bepalende factor voor het brandstofverbruik.
  • Houd de bandenspanning op peil.
  • Maak verstandig gebruik van boordapparatuur. Schakel de airco alleen aan als het behoorlijk warm wordt in de auto, of wanneer je ramen beslaan. Een open raam bij een hoge snelheid geeft tot 5% meer brandstofverbruik, airco zelfs 10% meer.
  • Vermijd overbodig gewicht. Plaats fietsen bij voorkeur op een rek achteraan het voertuig en verwijder bagagerekken en skiboxen als je ze niet gebruikt. Een fietsdrager op het dak verbruikt 20 tot 30% meer brandstof. Skiboxen veroorzaken tot 10% meer brandstofverbruik, vooral bij hogere snelheden.
  • Meten is weten: registreer je brandstofverbruik.

woensdag 22 januari 2014

Resultaten BOB acties

In de nacht van vrijdag 24 januari op zaterdag 25 januari 2014 voerde de politiezone Zottegem/Herzele/Sint-Lievens-Houtem een actie ‘alcoholcontrole’ over het ganse grondgebied.

In totaal werden er 67 bestuurders aan een controle onderworpen waarvan 1 bestuurder positief blies en 1 zich in alarmfase bevond. Verder werd er 1 bestuurder onderworpen aan een speeksel waarvan het resultaat positief bleek te zijn.

Motorrijders en automobilisten, hou elkaar in het oog!



In het Kader van een vroegere campagne hebben het BIVV en het Motor Cycle Council (MCC) in de lente van 2012 hun krachten gebundeld met de leuze: “Heb oog voor mekaar”. Deze campagne was zowel voor motorrijders als voor automobilisten bedoeld. Het doel: een halt toeroepen aan het alsmaar stijgende aantal ongelukken met motors. Maar liefst 12% van het totale aantal doden en zwaargewonden in het verkeer zijn motorrijders, terwijl ze maar goed zijn voor 1% van het totale aantal afgelegde kilometers. Het risico op overlijden per afgelegde kilometer is 20 keer (!) hoger voor een motorrijder dan voor een automobilist. Dit alles maakt dat het zeker zin heeft om nog eens terug te komen op de feiten.

Seizoensgebonden gevaar
Bijna 80% van de motorongevallen gebeurt tussen april en oktober. April en juli zijn overigens de dodelijkste maanden. Wanneer het mooie weer begint in april, halen de motorrijders hun motor weer van stal na een lange winterslaap. De eerste ritjes zijn ongetwijfeld de gevaarlijkste omdat enkele automatismen niet meer zo automatisch blijken te zijn en omdat de motorrijders hun rijvaardigheid weer wat moeten ophalen. In juli worden er vooral (heel) lange trips gemaakt met de motor. Het risico op ongevallen is dan natuurlijk nog groter.

Gekende oorzaken
In 43% van de ongevallen is enkel de motorrijder in fout. Een goede opleiding en een defensieve rijstijl zijn zonder twijfel de belangrijkste punten voor motorrijders om op te focussen, om niet de controle te verliezen over hun voertuig.

Wanneer het ongeval echter plaatsvindt op een kruispunt is het in meer dan 40% van de gevallen omdat men geen voorrang verleent (bij 34,5% de fout van de automobilist en bij 6,1% die van de motorrijder). Een “klassiek” voorbeeld: een motorrijder nadert een kruispunt waar hij voorrang heeft. Een automobilist komt uit een dwarsstraat, schat de snelheid van het kleinere voertuig verkeerd in en snijdt de motorrijder de pas af. Als deze laatste er niet in slaagt op tijd uit te wijken of te remmen, is een ongeval onvermijdelijk...

Aandacht en zichtbaarheid
Bij ongevallen tussen een motor en een auto zegt de automobilist achteraf vaak dat hij de motorrijder niet (op tijd) had gezien of zijn snelheid had onderschat. Weggebruikers moeten dus altijd extra voorzichtig zijn ten opzichte van motorrijders, en motorrijders moeten beseffen dat ze niet altijd zichtbaar zijn voor de andere weggebruikers.

Om de automobilisten niet te verrassen – en om ongelukken te vermijden – is het heel belangrijk dat motorrijders niet vergeten dat ze een file mogen voorbijrijden aan maximaal 20 km per uur sneller dan de auto’s en dat, indien de file zelf aan meer dan 50 km per uur vooruitgaat, het niet meer toegelaten is om langs de rijen auto’s door te rijden!

Hogere administratieve boetes bij niet-betaling verkeersbelasting


Wie zijn verkeersbelasting of belasting op de inverkeerstelling niet tijdig betaalt, riskeert sinds 1 januari 2014 een administratieve boete tot 1.250 euro (voordien maximaal 500 euro). De administratieve boetes bij andere overtredingen op de wetten op de verkeersbelastingen stijgen niet.
De administrateur- generaal van de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) heeft de regels voor het opleggen van administratieve boetes bij overtreding van de wetten op de verkeersbelastingen, afgestemd op de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF).
Boetes vanaf 1 januari 2014
Wie een inbreuk pleegt tegen de bepalingen van hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 van titel 2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 en van de uitvoeringsbesluiten, riskeert vanaf 1 januari 2014 volgende administratieve boetes (art. 3.18.0.0.1, VCF):


Soort overtreding

Administratieve boete

A.

niet-betaling van:

• de verkeersbelasting, vermeld in titel 2, hoofdstuk 2, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, en/of

• de belasting op de inverkeerstelling, geheven conform titel 2, hoofdstuk 3, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit

Vanaf 1 januari 2014:

• boete van 25% van het niet-betaalde bedrag vanaf een uitstaande hoofdsom van 100 euro, met een minimumboete van 50 euro en een maximumboete van 1.250 euro

Tot 31/12/2013:

• betaling binnen 1 maand na de vervaldag: boete van 10% van het niet-betaalde bedrag vanaf een uitstaande hoofdsom van 100 euro per vordering, met een minimumboete van 50 euro en een maximumboete van 200 euro

• betaling meer dan 1 maand na de vervaldag: boete van 25% van het niet-betaalde bedrag vanaf een uitstaande hoofdsom van 100 euro, met een minimumboete van 50 euro en een maximumboete van 500 euro

B.

• niet-aangifte voor de voertuigen vermeld in artikel 2.2.2.0.1, § 2, tweede lid van de Vlaamse Codex Fiscaliteit die aanleiding geven tot navordering van heffingen;

• niet of foutief ingeschreven voertuigen als vermeld in artikel 2.2.2.0.1, § 2, eerste lid en 2.3.2.0.1, § 1, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit

Vanaf 1 januari 2014:

• boete van 50% van het niet-betaalde bedrag bij de eerste inbreuk, met een minimumboete van 50 euro en een maximumboete van 1.250 euro

• in geval van recidivisme: boete van 150% van het niet-betaalde bedrag, met een minimumboete van 50 euro en een maximumboete van 1.250 euro

• valsheid in geschrifte en gebruik van valse stukken: boete van 300% van het niet-betaalde bedrag, met een minimumboete van 50 euro en een maximumboete van 1.250 euro

C.

inbreuk op artikel 2.2.6.0.1, 3.5.3.0.2 en 2.3.6.0.1, § 1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, met uitzondering van artikel 2.2.6.0.1, § 1, 1ste lid, 13°, § 2, 2,° en § 3 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (verkeerd gebruik van een vrijstelling)

Vanaf 1 januari 2014:

• boete van eenmaal het niet-betaalde bedrag, met een minimumboete van 50 euro en een maximumboete van 1.250 euro

D.

inbreuk op artikel 2.2.6.0.1, § 1, eerste lid, 13°, § 2, 2°, en § 3 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (verkeerd gebruik van rittenblad)

Vanaf 1 januari 2014:

• boete van driemaal het niet-betaalde bedrag, met een minimumboete van 50 euro en een maximumboete van 1.250 euro

E.

andere inbreuken

Vanaf 1 januari 2014:

• 250 euro boete

dinsdag 21 januari 2014

Agenda Politieraad (29-01-2014)

De volgende zitting van de Politieraad van de Politiezone Zottegem – Herzele – StLHoutem zal doorgaan op woensdag 29-01-2014 om 19.00 uur in het commissariaat te Zottegem, Meengracht 1.

De agenda van de zitting vindt u hier.

vrijdag 17 januari 2014

Nederland en België wisselen voortaan continu gegevens gestolen voertuigen uit

De Belgische politie kan voortaan een beroep doen op Nederlandse politie verbindings-officieren in het buitenland, en omgekeerd. Gisteren  16 januari ondertekenden commissaris-generaal Catherine De Bolle en haar Nederlandse evenknie Gerard Bouman daarover een akkoord. België en Nederland kwamen ook overeen voortaan elke werkdag lijsten van gestolen voertuigen en nummerplaten uit te wisselen zodat camera’s met nummerplaat-herkenning (ANPR- camera's) in beide landen die voertuigen kunnen opsporen.

In 2011 al ondertekenden de bevoegde ministers een akkoord om te bekijken hoe België en Nederland hun netwerk van verbindingsofficieren efficiënter konden inzetten en beter op elkaar afstemmen. Verbindingsofficieren zijn politiemensen die in andere landen gesta-tioneerd zijn. Hun taak is tussenkomen in vaak zeer complexe of dringende dossiers met een internationaal karakter en met een link met het land waar ze gestationeerd zijn. Nadat Nederland en België de voorbije jaren enkele succesvolle proefprojecten opzetten, wordt de samenwerking nu veralgemeend. Gisteren ondertekenden commissaris-generaal De Bolle en korpschef Gerard Bouman, de topman van de Nederlandse politie, een akkoord over de werkverdeling. Daardoor zullen Belgische politiediensten nu ook een beroep kunnen doen op een Nederlandse collega in die landen waar de Belgische politie zelf geen verbindingsofficier heeft, en omgekeerd.



Gestolen voertuigen en nummerplaten

Er is ook een akkoord over de uitwisseling van lijsten van gestolen voertuigen en nummer-platen voor opsporing via ANPR- camera’s. België en Nederland zullen die lijsten voortaan elke werkdag aan elkaar doorgeven. “In het kader van de bestrijding van criminaliteit zijn gestolen voertuigen een belangrijke factor. Ze worden immers gebruikt voor overvallen, ramkraken en worden ook vaak gespot bij inbraken”, luidt het. Het akkoord past in de groeiende samenwerking tussen de landen van de Benelux. “Zeker in de grensstreek wordt meer en meer de nood gevoeld aan dergelijke gezamenlijke initiatieven. Het ondertekenen van het samenwerkingsakkoord tussen België en Nederland is dus een logische stap in de strijd tegen internationale criminaliteit.”

De perceptie van geluid en de effecten van geluidsoverlast

Geluid is alomtegenwoordig in onze leefomgeving: een vliegtuig dat overvliegt of een trein die passeert, de buurman die de haag scheert, een bouwwerf in de buurt, kinderen die buiten spelen of de buren die een feestje hebben tot in de vroege uurtjes... Het zijn meestal vertrouwde geluiden die zelfs geruststellend zijn, maar evengoed behoorlijk op onze zenuwen kunnen werken.
De perceptie van geluid is subjectief

Het is perfect mogelijk om de intensiteit van geluiden wetenschappelijk vast te stellen en te meten; dat gebeurt aan de hand van decibels. We hebben het dan over een objectieve beoordeling van het geluid.
Daarnaast heeft geluid een uiterst subjectieve dimensie: iedere persoon ervaart geluid namelijk op een andere manier. Een geluid dat door de ene persoon amper wordt opgemerkt, kan voor een andere persoon ondraaglijk zijn.

De perceptie van geluid hangt immers af van een combinatie van verschillende factoren, die steeds erg persoonlijk zijn. We zetten ze hier even op een rijtje.
Onze activiteit op dat moment. Als we een groot feest bijwonen, zullen we veel meer lawaai kunnen verdragen dan wanneer we bijvoorbeeld aan het studeren zijn.
De gevoelens die verbonden zijn met bepaalde geluiden. Op iemand die erg bang is voor onweer zal een donderslag heel wat meer impact hebben dan op iemand die helemaal niet bang is.
De herhaling en frequentie van een bepaald geluid. Hoe vaker een bepaald geluid terugkeert, hoe meer hinder het zal veroorzaken. Denken we maar aan de mensen die vlakbij een luchthaven wonen.
De relatie die we hebben met de veroorzaker van het geluid. Doorgaans zijn we veel minder gevoelig voor lawaai dat door onszelf, door naaste familie of door eigen dieren wordt voortgebracht. Het geblaf van onze eigen hond wordt bijvoorbeeld als veel minder storend ervaren dan dat van de hond van de buren.
De verwachtingen. Als we van tevoren weten dat er lawaai op komst is, bijvoorbeeld door een buurtfeest, is dat gemakkelijker te verdragen omdat we ons er op kunnen instellen.
Onze dagelijkse omgeving en gewoontes. Dat hangt nauw samen met wat we gewend zijn: iemand die in een grote stad woont zal meer verkeerslawaai gewend zijn en er dus veel minder last van hebben dan iemand die in een rustige, landelijke omgeving woont. En een leerkracht zal weinig hinder ondervinden van het geroep van kinderen op de speelplaats.
Onze individuele gevoeligheid. Die hangt bovendien samen met onze gezondheid en onze affectieve en emotionele toestand. Als we zwaar onder stress staan of ons lichamelijk niet goed voelen, zullen we veel minder lawaai kunnen verdragen dan normaal.

De perceptie van geluid is dus voor iedereen anders. De regels en bepalingen in verband de beperking van geluidsoverlast beogen dan ook het algemeen belang van iedereen en kunnen onmogelijk rekening houden met de omstandigheden en gevoeligheden van ieder individu afzonderlijk.

De effecten van geluidsoverlast


Afhankelijk van de intensiteit, de herhaling en de duur van het lawaai, kan dit:

- het gehoor verminderen of zelfs ernstig beschadigen;
- leiden tot slaapstoornissen en psychische problemen, stress, een verhoogd risico op hart- en vaatziektes, een (te) hoge bloeddruk... met name als het lawaai aanhoudend, onvoorspelbaar en oncontroleerbaar is;
- het sociale gedrag beïnvloeden: agressiviteit, in zichzelf keren, isolement ...

Onderzoekers zijn erin geslaagd een gehoordrempel of waarnemingsdrempel van het menselijk gehoor vast te leggen, evenals een pijndrempel (het moment dat fysiek geluid pijnlijk wordt voor het menselijk oor). Daartussenin is er een (variabele) drempel bepaald waarop geluid overgaat in geluidshinder. Daarbij wordt niet alleen rekening gehouden met het geluidsniveau (in decibels) en de manier waarop het wordt voortgebracht (continu, onregelmatig of impulsgeluid), maar ook met de subjectieve perceptie van individuen.

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft ook een aantal aanbevelingen gedaan om geluidshinder te voorkomen in het kader van enkele specifieke activiteiten (hotels, ziekenhuizen, scholen enz.).

dinsdag 14 januari 2014

De resultaten van de BOB-actie van zaterdagnacht 11 januari op zondagmorgen 12 januari 2014

Herzele

Aantal ademtesten : 48 (2 positief en 1 alarmfase)
Aantal testen drugs in verkeer : 1 (negatief)
Aantal pvw’s : 2
Aantal pv's : 1 bezit kleine hoeveelheid verdovende middelen


Zottegem

Aantal ademtesten : 10 (1 positief)
Aantal testen drugs in het verkeer : 2 ( waarvan 1 positief resultaat)
Aantal pvw’s : 3 (verzekering, lichten)
Aantal pv's : 1 bezit kleine hoeveelheid verdovende middelen
Aantal oi's : 1 (gordeldracht)

vrijdag 10 januari 2014

Iemand biedt aan om met zijn of haar gsm naar Card Stop te bellen?

altEr is een nieuwe vorm van fraude opgedoken. Het gebeurt als volgt. Uw kaart wordt ontvreemd en een 'behulpzaam persoon' biedt aan op haar of zijn gsm met Card Stop te bellen. In plaats van naar het bekende nummer 070 344 344 te bellen, toetst de persoon het nummer van een medeplichtige in, die zich als een Card Stop-medewerker voordoet. Deze persoon probeert uw pincode of andere persoonlijke gegevens te ontfutselen. Met de kaart en de pincode wordt dan geld van uw rekening gehaald.

Ga nooit in op een voorstel om in uw plaats naar Card Stop te bellen. Indien uw kaart werd gestolen, verloren of ingeslikt, belt u zelf direct naar het nummer 070 344 344. Werd u het slachtoffer van een dergelijke fraude, neem dan zo snel mogelijk contact op met Card Stop op het nummer 070 344 344 om uw kaart werkelijk te blokkeren. Let op: het is niet omdat op het scherm van de gsm 'Card Stop' staat geschreven, dat het achterliggende nummer ook werkelijk het nummer van Card Stop is.

Pas op voor belfraude met sms!

GSMHonderden Belgen hebben de laatste dagen sms'jes gekregen met de vraag om naar het buitenland te bellen. De berichtjes zijn in het Frans opgesteld en hebben de volgende boodschap: 'Bel mij dringend op'. Mobistar waarschuwt voor oplichterij. Het gaat om Wangiri, een vorm van fraude. De drie grote gsm-operatoren, Belgacom, Mobistar en Base Company, informeren hun klanten momenteel massaal via de sociale media zoals Facebook en Twitter.

Het gaat om telefoonnummers in exotische plaatsen. De laatste dagen gaat het vooral om boodschappen in het Frans, maar er zijn ook boodschappen in andere talen, bijvoorbeeld in het Engels, gesignaleerd. Wie toch belt, telefoneert naar een buitenlands en duur betaalnummer uit Niger, Letland, Madagascar of Nauru. Een oproep kan tot twee euro per minuut kosten.

De sms'jes worden verstuurd door een computerprogramma. Wellicht is dat nu een bestand met Belgische nummers aan het 'uitproberen'. De techniek vond haar oorsprong in Japan.

De gsm-operatoren hopen dat deze fraude "opdroogt" naarmate de klanten gehoor geven aan hun oproep om niet te bellen naar de nummers. Deze oplichters zijn zo creatief dat ze het na enige tijd vanop een ander nummer of vanuit een ander land opnieuw proberen. Het is een verschijnsel dat sinds enkele jaren regelmatig de kop opsteekt.

Als de klant de klantendienst contacteert, kan hij/zij het nummer doorgeven en dan wordt dat meteen geblokkeerd. Een scanning-systeem kan vaststellen dat klanten massaal bestookt worden met sms'en vanuit een bepaald nummer. De klanten van Belgacom, Mobistar en Base Company kunnen gratis terecht bij de klantendiensten om informatie te krijgen of door te geven over deze vorm van oplichting.

woensdag 8 januari 2014

Dief gevat tijdens politiecontrole


Op 7 januari werd de genaamde B.B (1970) wonende te Roemenië, onderworpen aan een politiecontrole waaruit bleek dat hij in het bezit was van gestolen voedingswaren ten nadele van LIDL nv. De man bekende de diefstal te hebben gepleegd.
Het parket van Oudenaarde heeft de verdachte gedagvaard in snelrecht om zich te verantwoorden voor de correctionele rechtbank op de zitting van 3 februari 2014.

Verhoor van een verkrachtingsslachtoffer: de aanpak van de dader omschrijven


In een eerste artikel legden we de nadruk op de complexiteit van een verkrachtingsonderzoek en op de nood aan zoveel mogelijk informatie om de dader te identificeren – niet alleen op basis van zijn uiterlijk, maar ook op grond van een persoonlijkheidsprofiel. Verder hebben we ook enkele deontologische en technische basisprincipes aangehaald die bij het verhoor van het slachtoffer in acht moeten genomen worden. Nu nemen we het eigenlijke verhoor van het slachtoffer en de mogelijk benaderingswijzen van de dader onder de loep.

Het eigenlijke verhoor: twee delen

In het begin laat u het slachtoffer best vrij vertellen. Moedig haar aan om zoveel mogelijk details te vertellen over het verloop van de feiten en over de dader, geef haar de tijd om na te denken en te proberen zich te dingen herinneren en vooral: onderbreek haar niet.

U kunt de dialoog bijvoorbeeld als volgt op gang brengen: Vertelt u me maar wat er is gebeurd: wanneer, hoe, waar ... Probeer u zoveel mogelijk details te herinneren ... Neem rustig de tijd.


Dan volgt de tweede fase, waarin bepaalde punten uit het verhaal worden verduidelijkt. Vermijd ja-neenvragen; stel open vragen waarop het slachtoffer met volledige zinnen kan antwoorden.

Enkele voorbeelden: U vertelde me dat uw belager u heeft bedreigd. Wat bedoelt u daar juist mee? U zei dat de dader gewapend was. Kunt u het wapen beschrijven? Toen hij zei dat u zich moest uitkleden, wat zei hij toen precies? Zei hij nog iets anders?

Om nog verder in detail te kunnen gaan, kunnen dan meer gesloten vragen worden gesteld, waarop maar één antwoord mogelijk is.

Enkele voorbeelden: U zei dat de man groot was. Hoe groot precies? Bent u al bij een dokter geweest?


Nu gaan we ook dieper in op het gedrag van de dader. Daarbij onderscheiden we drie aspecten:

• fysiek: eventueel gebruik van geweld;
• verbaal: de gebruikte bewoordingen, bedreigingen, commentaar;
• seksueel: de gestelde handelingen, volledige of onvolledige coïtus.


Mogelijke benaderingswijzen van de dader


“Gemoedelijk”. Hij benadert het slachtoffer openlijk met een smoes: hij is vriendelijk, vraagt om een inlichting of biedt zelfs hulp aan. Hij probeert een sociale band te scheppen, vertrouwen te winnen. Als hij de situatie eenmaal in de hand heeft, verandert hij plots van houding. Deze aanpak doet vermoeden dat de dader zelfvertrouwen heeft in zijn contact met vrouwen. Tegelijk minacht hij hen of is hij hen vijandig gezind.

“Snel”. Hier is de toenadering direct, fysiek en brutaal en kan van voren of van achteren gebeuren. De dader bindt zijn slachtoffer vast en dekt haar mond af of blinddoekt haar. Hij kan een ook verdovend gas gebruiken. De gewelddadige aanpak doet vermoeden dat de dader over het algemeen weinig voeling heeft met vrouwen. In zijn relatie met hen is hij egocentrisch en op zichzelf gericht, het gaat duidelijk om eenrichtingsverkeer.

“Verrassend”. Hier wacht de dader zijn slachtoffer op, achter een muurtje of een boom in een park, in een portiek ... Hij verrast haar, uit mondelinge bedreigingen of gebruikt een wapen. Meestal gaat het hier om iemand die een mogelijk slachtoffer heeft gekozen, maar die niet genoeg vertrouwen heeft in zijn charmes om een vrouw met een smoes te benaderen (de gemoedelijke aanpak) of in zijn fysieke kracht (voor de snelle aanpak).


dinsdag 7 januari 2014

Wijkwerking Borsbeke-Ressegem en Woubrechtegem: wijkinspecteur Frank met pensioen en opgevolgd door Quinten

Na 37.5  jaar dienst ging wijkinspecteur Frank Minoodt op 1 januari 2014 met pensioen. Frank  trad op 27.06.1977 in dienst bij de toenmalige rijkswacht; na zijn opleiding begon hij zijn operationele carrière bij de 6° Mobiele Groep in Etterbeek en vanaf 1979 kwam hij de rijkswachtbrigade in Herzele  versterken. Bij de politiehervorming in 2001 werd Frank wijkinspecteur in Ressegem, Woubrechtegem en een deel van Borsbeke.

De politiezone Zottegem/Herzele/Sint-Lievens-Houtem dankt Frank voor zijn jaren van inzet en wenst hem een welverdiend pensioen toe.

Frank  wordt als wijkinspecteur in Ressegem, Woubrechtegem en Borbsbeke opgevolgd door Quinten Gilessen. Hij startte zijn politiecarrière op 01.02.2002 bij de politie van Gent om na een aanwezigheid van 2.5 jaar in de politiezone Puyenbroeck (interventie/wijkwerking) op 01.07.2010 te starten bij de interventiedienst van de politiezone Zottegem/Herzele/Sint Lievens Houtem.

Gezien zijn verleden vanuit de interventiedienst beschikt ook Quinten over een goede terreinkennis, die hem nu als wijkinspecteur van pas komt.

U kunt de nieuwe wijkinspecteur tijdens zijn diensturen bereiken via telefoonnummer 053/60.70.80 of gsm 0474/874871 of via e-mail wijkwerking_herzele@pz5429.be.

Wenst u te weten wie in uw straat wijkinspecteur is, dan kunt u dat aan de hand van de deelgemeente en straatnaam nagaan op de website van de politiezone www.lokalepolitie.be/5429 onder de rubriek ‘wijk’.

Verspreid zelf geen opsporingsbericht online

‘Werk samen met de politiediensten om een oproep voor een misdrijf te verspreiden.’ Dat is de raad die Erik van Poucke, Diensthoofd Opsporingen van de federale politie, geeft naar aanleiding van het filmpje dat gisteren op Facebook verscheen en dat een online klopjacht op een wegpiraat uitlokte.

‘Alleen een magistraat heeft de macht om een opsporingsbericht te verspreiden. Hij zal de kans op succes van de opsporing afwegen tegen de schending van de privacy van afgebeelde personen’, zegt Van Poucke.
Procedurefouten
‘Een winkelier die meermaals werd overvallen kan in de verleiding komen het recht in eigen handen te nemen. Als hij de indruk heeft dat de politie te weinig doet om de daders te identificeren zou hij zijn bewakingsbeelden eigenhandig kunnen verspreiden’, zegt Van Poucke. ‘Het voordeel is dat deze media zeer snel werken en een grote verspreiding kennen, maar er zijn ook nadelen: je begaat een inbreuk op de privacy van de gefilmde personen. Als de dader ingerekend wordt, kan hij die schending inroepen en misschien een veroordeling ontlopen wegens procedurefouten.’
‘De gevolgen voor iemand die ten onrechte van strafbare feiten wordt beschuldigd soms niet te overzien, en het kan evenmin de bedoeling zijn om zelf strafexpedities op te zetten.’
Context
Wat is dan de goede procedure? ‘Als je beelden hebt die het onderzoek kunnen helpen, spreek dan met de politiemensen die de vaststellingen komen doen. Zij kunnen aan het parket toestemming vragen om een opsporingsbericht te publiceren. De Dienst Opsporingsberichten verspreidt de beelden in de juiste context en koppelt aan elk opsporingsbericht een telefoonnummer waar getuigen terecht kunnen. Daar worden de tips gebundeld en aan de onderzoekers doorgegeven. Die kunnen dan de informatie natrekken en de daders identificeren om ze voor de rechter te brengen en te laten veroordelen.’

Bron: BELGA

maandag 6 januari 2014

Toelichting over het AMOK-fenomeen.

Op donderdag 12 december gaf de politiezone aan alle scholen van het grondgebied een toelichting over het AMOK-fenomeen.

AMOK is een politionele term voor het blinde geweld waarbij een dader bewust meerdere personen vermoordt op een zelfde plaats.

Het volledige persartikel uit de Beiaard van 27-12-2013 kan u hier lezen.

woensdag 1 januari 2014

Verhoor van een verkrachtingsslachtoffer: mogelijke reacties van het slachtoffer

Hoe benadert een verkrachter zijn slachtoffer? Wat doet hij om haar te overmeesteren? Gebruikt hij een wapen of fysieke dwang, of bedreigt hij haar? Kan een speurder nuttige aanwijzingen vinden in het gedrag van de belager tegenover zijn slachtoffer? Nadat we deze aspecten hebben behandeld, bekijken we nu de verschillende mogelijke reacties van het slachtoffer tegenover de dader en van de dader op het verzet van zijn slachtoffer.

 
Mogelijke reacties van het slachtoffer

De dader verplicht het slachtoffer soms tot bepaalde handelingen. Daarop zijn twee reacties mogelijk: zich verzetten of gehoorzamen. We onderscheiden drie soorten verzet: passief, verbaal en fysiek. De meeste onderzoekers hebben wel oog voor verbaal of fysiek verzet, maar hebben de neiging om de passieve vorm verzet te verwaarlozen of zelfs te negeren.

• We spreken van passief verzet als het slachtoffer geen verbale of fysieke weerstand biedt, maar gewoon weigert om op de eisen van de verkrachter in te gaan, die bijvoorbeeld wil dat ze zich uitkleedt.

• Onder verbaal verzet verstaan we bijvoorbeeld: roepen, smeken, neen zeggen, met de dader gaan onderhandelen of proberen hem tot rede te brengen. Wenen wordt in deze context niet als verbaal verzet beschouwd.

Fysiek verzet kan bestaan uit proberen te vluchten of worstelen, slaan, trappen, bijten of krabben om de daad onmogelijk te maken, uit te stellen of in ernst te beperken.



Mogelijke reacties van de dader op het verzet van het slachtoffer


Uiteraard is een verkrachting buitengewoon stresserend voor het slachtoffer. Maar ook de dader is gestrest uit angst dat hij niet zou slagen in zijn opzet, gewond zou geraken, belachelijk zou worden gemaakt of zelfs geïdentificeerd en aangehouden zou worden. Daarom is het van belang dat de onderzoeker weet hoe de dader heeft gereageerd op het eventuele verzet van zijn slachtoffer.

We onderscheiden vier mogelijke reacties:

De poging staken en vluchten. In bepaalde gevallen dringt de dader niet aan, maar vlucht hij bij het eerste teken van verzet. Deze vluchtreactie is interessant, want ze kan erop wijzen dat de delinquent ofwel het slachtoffer niet echt wilde dwingen, ofwel niet voorbereid was op enige vorm van verzet.

Tot een compromis proberen te komen. Soms zwakt de dader zijn eisen af, stelt hij een compromis voor of onderhandelt hij en laat hij het slachtoffer een alternatief voorstellen. Zo kan de dader in plaats van anale seks, die hij eerst wilde plegen, zich tevreden stellen met vaginale betrekkingen.

Bedreigen. Als het slachtoffer zich blijft verzetten, is het van belang te kijken of en hoe hij zijn bedreigingen uitvoert.

Geweld gebruiken. Sommige verkrachters gebruiken niet onmiddellijk geweld, maar pas als het slachtoffer zich in zeker mate verzet. In dat geval moet de speurder proberen te achterhalen hoeveel geweld de dader pleegde en in welke vorm.