Pagina's

woensdag 9 april 2014

Zelf beelden van bewakingscamera’s op het internet zetten: een goed idee?


Een winkelier die al meermaals werd overvallen of bestolen, kan uit frustratie wel eens in de verleiding komen het recht in eigen handen te nemen. Als hij daarenboven de indruk heeft dat de politie weinig of niets doet om de daders te identificeren, zou hij de beelden, die hij heeft opgenomen met een bewakingscamera, wel eens eigenhandig kunnen verspreiden.

De moderne techniek van goedkope videocamera’s die relatief duidelijke beelden opnemen en bewaren, in combinatie met verspreidingsmogelijkheden als YouTube, maken het delen van die beelden tot kinderspel. Met enkele muisklikken worden beelden gedeeld, gelinkt ... en als ze spectaculair zijn, gaan ze zelfs viraal.

Maar wat is de bedoeling hiervan? En wordt het beoogde doel zo ook bereikt?

Op het eerste gezicht lijkt deze werkwijze interessant:

- U kunt het zeer snel doen, soms zelfs nog op de dag van de feiten zelf.
- U bereikt veel mensen, zeker als u actief bent op de sociale media.
- U hoeft geen administratieve rompslomp of pietluttige regeltjes te volgen.

Bij nader inzien zijn er wel enkele zeer belangrijke nadelen aan verbonden:

- U begaat een inbreuk op de privacy van de gefilmde personen die – uiteraard – geen toestemming hebben gegeven om hun beelden verspreiden. Dat kan u een strafklacht opleveren.

- Mochten de daders dan al geïdentificeerd worden, dan kunnen zij deze schending inroepen en misschien zelfs een veroordeling ontlopen wegens procedurefouten.

- Als de daders worden herkend, krijgt u in het beste geval een telefoontje met hun identiteit. Wat dan? Het recht in eigen handen nemen kan gevaarlijk zijn, u weet immers niet met wie u te maken hebt. En wat doet u als de opgegeven naam niet de juiste blijkt te zijn?

- Als de vermoedelijke (!) identiteit van de daders de ronde doet op internet, zijn overdreven reacties van hun omgeving niet uit te sluiten. En de gevolgen voor iemand die ten onrechte van strafbare feiten wordt beschuldigd, zijn soms niet te overzien.

Wat doet u dan best met beelden die het onderzoek vooruit kunnen helpen?

- Spreek erover met de politiemensen die de vaststellingen komen doen. Zij gaan dan na of de daders al gekend zijn voor andere feiten. Indien ze hen niet kunnen identificeren aan de hand van de eigen databanken, kunnen ze aan het parket de toestemming vragen om een opsporingsbericht te verspreiden.

- De dienst opsporingsberichten van de federale politie verspreidt de beelden op vraag van een magistraat in de juiste context. Aan elk opsporingsbericht wordt daarenboven een telefoonnummer gekoppeld waar eventuele getuigen terechtkunnen. Daar worden de tips gebundeld en aan de onderzoekende politie-eenheid doorgegeven. Die kunnen dan de informatie natrekken en de daders identificeren om zo het echte doel te bereiken: de daders van strafbare feiten voor de rechter brengen en laten veroordelen.