Pagina's

vrijdag 12 december 2014

Is je auto winterklaar?

         
voorruitTijdens de wintermaanden zijn de omstandigheden voor je auto een stuk zwaarder door de lage temperaturen, vorst en ijsvorming. Hieronder vind je nuttige tips om je auto winterklaar te maken.

Vóór koning winter

Batterijen functioneren minder goed in de winter (wegens de koude temperaturen). Da's een feit. Vandaar dat de autobatterij overwegend aan de basis ligt van startproblemen met je wagen. Een goede controle, voor de eerste winterprik, van de staat van je autobatterij is daarom steeds noodzakelijk.
Breng voor de vorstperiode een goede waslaag op je auto aan. Dit geeft je auto een goede bescherming.
Lichtjes de rubbers van je portieren, het kofferdeksel & de motorkap insmeren met vet (siliconenspray of talkpoeder), vermindert de kans op vasthechting.
Is het rubber van je ruitenwissers versleten, vervang deze dan zo snel mogelijk voor je eigen veiligheid.
Controleer de koelvloeistof van de motor en het antivriesvermogen (koop antivries tot -30°).
Controleer de ruitenwisservloeistof. Vul aan indien nodig en voeg antivries toe. Doe dit zeker voor de eerste winterprik.
Breng met een doek wat huishoudproduct of shampoo aan langs de binnenkant van je ruiten, om het aanwasemen tegen te gaan.
Leg start- en sleepkabels in je auto. Let er wel op dat ze geschikt zijn voor je auto.
Controleer regelmatig de spanning en profieldiepte van je banden. In de winter heb je echt wel een minimum van 3 à 4 mm nodig. Ga je op reis, check dan vooraf of je winterbanden nodig hebt van je autoverzekering.

Tijdens koning winter

Staat je auto tijdens de wintermaanden in open lucht, hou de batterij van je auto dan op temperatuur met een thermisch deken.
Bedek steeds je voor- en achterruit met karton of een thermisch deken. Tip: wrijf de ruiten van je auto in met een doormidden gesneden aardappel. De laag die je zo vormt, voorkomt ijsvorming!
Zet je ruitenwissers op het karton of thermisch deken of plaats een kurk achter je ruitenwisser ter bescherming. Hiermee voorkom je dat ze zich gaan vasthechten aan de ruit.
Trek je handrem niet op bij vorst want deze kan bevriezen. Plaats daarentegen je wagen in eerste versnelling.
Krijg je je deurslot van je portieren of koffer niet open, dan is een slotontdooier zeker handig. Tip: plak een stuk kleefband over de sloten.
Moderne auto's eisen een zwaardere tol van de autobatterij door de vele elektronische toepassingen (verlichting, achterruitverwarming, radio/navigatie, airco, zetelverwarming,...). Wil je starten, zet dan zoveel mogelijk van deze snufjes even uit.
Start je wagen pas op het ogenblik dat je wil wegrijden! De motor ter plaatste laten warmdraaien versnelt de slijtage en warmt nauwelijks op.
Trap het koppelingspedaal in bij het starten. Hierdoor kan de motor vrijer draaien, zelfs in de neutrale stand.
Heb je aangedampte ramen, zet dan je airco op (nadat je je auto hebt gestart) of zet aan weerszijden van je auto de ruiten open.
Kun je toch niet meteen starten, probeer dan even de koplampen aan te zetten om de accu op te warmen.
Gebruik je mistlichten enkel indien noodzakelijk. Het zijn energievreters.

Wat doe je beter niet?

Gebruik geen warm water om je ruiten te ontdooien. Het (grote) temperatuurverschil kan voor barsten zorgen. Wil je toch water gebruiken, gebruik dan enkel lauw water.
Zitten je deuren vast ? Trek er dan niet aan want zo trek je het rubber los. Duw de portieren in om de ijsvorming los te maken en smeer nadien het rubber in met vet, siliconenspray of talkpoeder.
Zijn je ruitenwissers vastgevroren, gebruik ze dan niet. De zekering zou kunnen doorbranden. Laat ze eerst ontdooien alvorens te gebruiken.
Geef geen gas bij het starten want dit verstoort het elektronisch injectie- en ontstekingsproces (bij moderne auto's). Doe geen lange startpogingen. Slaat de motor niet meteen aan, doe dan eerst een aantal korte pogingen alvorens je een lange poging onderneemt.
Waan je geen held op de baan en zeker niet tijdens winterse weersomstandigheden: hou voldoende afstand, anticipeer tijdig, rij voldoende defensief, beperk je gas-, rem- en koppelingspedaal in gebruik, doe geen bruuske stuurbewegingen, vermijd hoge toeren,... Bruusk remmen leidt héél vaak tot (onverwachte) slippartijen. Probeer op een verlaten stuk baan, aan lage snelheid, even de gladheid van de ondergrond uit.