Pagina's

maandag 2 februari 2015

Nieuwe jachtbesluiten in Vlaanderen




De jachtwetgeving in Vlaanderen werd onlangs grondig gewijzigd. Deze materie betreft zowel de jagers, als diegenen die met het toezien op de naleving van deze wetgeving. Zonder in detail van die zeer specifieke reglementering te willen treden, belichten we de vier nieuwe uitvoeringsbesluiten.


De nieuwe uitvoeringsbesluiten

Op 25 april 2014 keurde de Vlaamse regering de nieuwe uitvoeringsbesluiten goed. Deze werden van kracht op 1 juli 2014. Het jachtdecreet en de geldende bepalingen in de jachtwet bleven behouden, maar de zeventien uitvoeringsbesluiten bij het Vlaamse jachtdecreet werden vervangen door vier nieuwe uitvoeringsbesluiten, namelijk:

1. Het Jachtopeningsbesluit dat de openingstijden voor de gewone en de bijzondere jacht bepaalt. Dit is reeds van toepassing sinds juli 2013.
2. Het Jachtvoorwaardenbesluit met betrekking tot de voorwaarden voor het uitoefenen van de jacht.
3. Het Jachtadministratiebesluit dat de administratieve verplichtingen bij het uitoefenen van de jacht voorschrijft.
4. Het Soortenschadebesluit dat de vergoeding door de overheid regelt, van schade veroorzaakt door beschermde diersoorten en jachtwild.

Wat veranderde er?

Het zou ons te ver leiden om hier alle wijzigingen te hernemen. Daarom vindt u een verwijzing in de referentie onderaan dit artikel. Noteren we toch enkele belangrijke punten:

• De nieuwe wet brengt meer duidelijkheid over het gebruik van dode of kunstmatige lokdieren, kastvallen, lokfluitjes en zo meer.
• Voortaan moet elke jager een faunabeheerplan indienen om op zijn jachtterrein op gelijk welk soort jachtwild te mogen jagen.
• Bij uitbreiding van het jachtrevier, of overlapping, zal een schriftelijke jachtpachtovereenkomst aan de arrondissementscommissaris moeten worden voorgelegd.
• De jacht op de patrijs wordt aan strengere voorwaarden onderworpen en zal onder meer enkel nog in erkende wildbeheereenheden mogen gebeuren.
• De problematiek met de everzwijnen wordt een prioriteit. Voortaan worden, naast de reeds toegelaten jachtmiddelen en -technieken, ook het gebruik van honden voor de grofwildjacht en het aankorrelen mogelijk. Geweren met kunstmatige lichtbron of uitrusting om het dier te belichten, mogen bij de bijzondere jacht en bestrijding worden gebruikt.
• Jagers mogen niet meer op verwilderde katten schieten. De kat kan met een kast- of kooival worden gevangen. Blijkt het na controle om een verwilderde kat te gaan, dan moet het dier naar het asiel worden gebracht.