Pagina's

donderdag 27 augustus 2015

Alleen naar school: vanaf welke leeftijd is dat veilig?


Kinderen zijn de meest kwetsbare weggebruikers. De redenen zijn genoegzaam gekend: ze zijn soms verstrooid, reageren vaak impulsief en onvoorspelbaar voor automobilisten en door hun kleine gestalte worden ze niet altijd op tijd opgemerkt. Voor u uw kind alleen op de openbare weg laat gaan, zijn er bovendien nog andere risicofactoren waarmee u rekening moet houden.

Kinderen onder de 8 jaar kunnen zich niet in alle veiligheid alleen verplaatsen

Deskundigen zijn van mening dat kinderen jonger dan 8 jaar niet in staat zijn om alle risico’s van het verkeer te begrijpen en juist in te schatten.

• Kinderen van deze leeftijd besteden slechts aandacht aan één ding tegelijk. Ze zullen bijvoorbeeld impulsief de straat oversteken om een bal terug te gaan halen, zonder rekening te houden met aankomende voertuigen.
• Als jonge kinderen een auto zien afkomen, dan denken ze dat bestuurder van die auto hen ook gezien heeft.
• Zij zijn niet in staat om snel de afstand tot en en de bewegingen van voertuigen juist in te schatten.
• Wat zich voor hen afspeelt krijgt alle aandacht, maar wat er daarnaast gebeurt krijgt zien ze niet.
• Ze kunnen moeilijker dan een volwassene geluiden identificeren en lokaliseren.

Stapsgewijs leren

Volgens het Zwitsers bureau ter voorkoming van ongevallen worden kinderen zich pas vanaf 8 jaar bewust van de gevaren rondom hen en zijn ze pas vanaf ongeveer 11 jaar in staat om de gevaren in het verkeer juist in te schatten.
Ouders maken hun kind dan ook best zo snel mogelijk – vanaf de leeftijd van 3 jaar – bewust van de gevaren in het verkeer. Dit leerproces moet stapsgewijs verlopen: iedere keer als zij met hun kind op straat komen, kunnen ze er aandacht aan besteden. Natuurlijk moeten ze er ook voor zorgen steeds zelf het goede voorbeeld te geven. Zo kunnen ouders nagaan in hoeverre hun kind de risico’s waarneemt en er juist op reageert.

Enkele algemene aanbevelingen voor de ouders

• Leg in simpele bewoordingen elke situatie uit en vraag vervolgens aan uw kind om te herhalen wat u gezegd hebt.
• Respecteer de volgorde: tonen – samen doen – waarnemen - alleen laten doen.
• Herhaal regelmatig de oefeningen in een vertrouwde omgeving.
• Doe nooit oefeningen op gevaarlijke plekken (bv. in een bocht).
• Feliciteer uw kind wanneer het zich correct gedraagt.
• Houd tijdens de oefeningen rekening met het gezichtsveld van uw kind: hurk neer zodat u op gelijke ooghoogte met uw kind komt en ziet wat het kan zien.