Pagina's

dinsdag 29 september 2015

Waar kunnen ouders van weglopers terecht voor hulp en bemiddeling ?

Wat kunnen ouders doen als hun kind niet thuis is gekomen? Waar kunnen ze terecht met hun angst en bezorgdheid? Hoe weten ze of hun angst gegrond is? Moeten ze stappen ondernemen - en zo ja, welke en wanneer?

Acties en reacties van de naaste familie

De eerste reacties van ouders zijn vaak onbegrip, een gevoel van onmacht en de indruk geen gezag meer te hebben. Die kunnen leiden tot heel uiteenlopende emoties, zoals angst, pijn, het gevoel te hebben gefaald, kwaadheid, ongerustheid over hoe het gaat aflopen ...

Het is hoe dan ook belangrijk dat er snel actie wordt ondernomen om te voorkomen dat de situatie uit de hand loopt of er ongelukken gebeuren. De ouders en naaste familieleden kunnen best zo snel mogelijk:
  • proberen de jongere te bereiken via gsm en/of e-mail;
  • controleren of de jongere zijn of haar normale activiteiten heeft gevolgd (school, sportclub ...);
  • de personen contacteren waar de jongere mogelijk naartoe is gegaan en de plaatsen bezoeken waar hij of zij zich regelmatig ophoudt;
  • de politie waarschuwen en contact opnemen met Child Focus voor steun en advies, wanneer de verdwijning hen verontrustend lijkt.

Eerste steunpunten : de Cel Vermiste Personen en Child Focus


Door naar een officiële instantie te stappen om hulp, krijgt het weglopen van de jongere plots een ernstiger dimensie. Weglopen is een veelvoorkomend verschijnsel bij jongeren, maar mag niet gebanaliseerd noch gedramatiseerd worden. Het gaat erom bij een eventuele gerechtelijke procedure de juiste stappen te zetten.

Sinds september 1995 wordt de Cel Vermiste Personen van de federale politie ingeschakeld als het om een onrustwekkende verdwijning gaat. Vanuit zijn expertise zorgt deze cel voor de coördinatie van de onderzoeken, zowel binnen de politieorganisatie als daarbuiten. Bovendien werkt de cel samen met tal van andere organisaties, zoals de brandweer, Child Focus en de lokale politie, en doet daarnaast waar nodig een beroep op speciale middelen en diensten: helikopters, speurhonden, duikers enz.

De lokale politiediensten nemen een aantal duidelijk omschreven taken op zich, namelijk:
  • de ouders vragen om informatie, een beschrijving, foto’s, kleding, mogelijke verblijfplaatsen van de jongere e.d.;
  • een signalement doorgeven aan de verschillende politiediensten;
  • checken of de jongere niet in een ziekenhuis of een politiebureau verblijft;
  • een buurtonderzoek houden;
  • zoektochten organiseren;
  • de verdwijning doorgeven aan de procureur des Konings.
Child Focus biedt een luisterend oor, ondersteuning en informatie en treedt op als tussenpersoon tussen de politie en de ouders. Verder houdt deze organisatie zich met vele andere belangrijke zaken bezig, waaronder:
  • telefonische permanentie via het nummer 116 000;
  • advies door professionele medewerkers (psychologen, juristen, criminologen ...);
  • de verspreiding van vignetten – dit zijn miniaffiches die in een portefeuille passen: ze worden gericht verspreid onder bepaalde doelgroepen (taxichauffeurs, handelaars, stationschefs enz.);
  • de verspreiding van affiches op openbare plaatsen om de hulp van de bevolking in te roepen;
  • Child Alert – een supersnel systeem om massaal burgers te waarschuwen en getuigen te vinden – in samenwerking met de politie en op verzoek van de magistraat die belast is met het dossier van de verdwijning;
  • ondersteuning van ongeruste ouders door ouders die hetzelfde hebben meegemaakt, als aanvulling op het werk van de professionele hulpverleners.
Alle diensten van Child Focus zijn volledig gratis.

Hulpverleningsinstanties

Daarnaast bestaan er nog tal van hulpverleningsinstanties, zowel voor de weglopers als hun ouders. Binnen onze politiezone zijn dat :

Het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) dat Psychosociale begeleiding op verschillende levensdomeinen biedt. 

Vlaams agentschap voor Personen met een Handicap (VAHP) Provinciale Afdeling Oost-Vlaanderen, Kortrijksesteenweg 788 in Gent (Tfnr 09 269 23 11)

Centrum Voor Ontwikkelingsstoornissen Gent, De Pintelaan 185 in Gent (Tfnr 09 240 43 12)

Centra Integrale Jeugdzorg
CKG Zonneheuvel, Kloosterstraat 38 in Zottegem

Consultatiebureau Kind en Gezin, Kloosterstraat 40c in Zottegem (Tfnr 078 150 100)

Sociaal huis Pandora Zottegem, Grotenbergestraat 24 - 26 (Tfnr 09/360 33 66)

Het Jongeren Advies Centrum (JAC) is specifiek gericht op jongeren tussen 12 en 25 jaar JAC Zottegem, Beislovenstraat 4 (Tfnr 0479/ 88 45 01)

Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Zottegem, Godveerdegemstraat 61 in Zottegem (Tfnr 078/ 15 55 70)




Respect voor kortparkeren en betalend parkeren kan afgedwongen worden met een wielklem

Wielklem

De Wegverkeerswet ( gecoördineerd op 16 maart 1968) maakt het sedert begin maart 2006 mogelijk om bij bepaalde parkeerovertredingen het voertuig te immobiliseren met een wielklem.

De concrete parkeerovertredingen waarbij dit kan, werden nu opgesomd in artikel 27 quinquies van de Wegcode. Deze concrete oplijsting werd in de Wegcode ingevoegd bij wijzigingsKB van 5 juni 2013; zij werd van kracht op 8 juli 2013.

Het gaat om overtredingen op de volgende bepalingen:
  • het gebruik van de parkeerschijf bij het parkeren in een blauwe zone en de eventuele ontheffing op dit schijfgebruik met een gemeentelijke parkeerkaart;
  • het gebruik van de parkeerschijf bij het parkeren op parkeerplaatsen waarop een blauwe zone reglementering van kracht is;
  • het parkeren op plaatsen met betalend parkeren;
  • het parkeren op plaatsen die voorbehouden zijn aan houders van een geëigende parkeerkaart;
  • het parkeren waarbij de gemeentelijke parkeerkaart vervangen is door elektronisch toezicht.
De overtredingen die met een wielklem mogen bestraft worden, worden door de federale overheid vastgelegd als de gedepenaliseerde parkeerovertredingen.

De wielklem wordt hierbij beschouwd als een dwangmiddel om betaling te bekomen van een belasting of een retributie die geheven werd naar aanleiding van een gedepenaliseerde parkeerovertreding.
Andere parkeerovertredingen, zoals hinderlijk of gevaarlijk parkeren, onrechtmatig parkeren op plaatsen voor personen met een handicap, niet-naleving van de regels voor het langdurig parkeren, worden niet gepast bevonden om bestraft te worden met een immobilisering van het voertuig.
Verder is het aan de gewesten om het gebruik van de wielklem te bepalen, het gaat meer bepaald om:
  • de precieze omstandigheden waarin de wielklem kan gebruikt worden;
  • de overheid die bevoegd is om de klem te plaatsen;
  • de ontvangst van de plaatsings- en verwijderingskosten;
  • de permanentie nodig voor het verwijderen van de wielklemmen en de inning van de parkeerbelasting of –retributie;
  • de regels voor verwijdering en inbeslagname van het voertuig ingeval van niet-betaling.

maandag 28 september 2015

Waarom lopen jongeren van huis weg ? En wat zijn de risico’s ?

Een jongere loopt niet zomaar weg van huis. Hij of zij wil daar iets mee uitdrukken, aangeven dat de relatie thuis problematisch is, zijn of haar ouders op de proef stellen, of een moeilijke situatie ontvluchten. Het verschijnsel is niet nieuw: “weglopers” hebben altijd bestaan, zowel in thuissituaties als in instellingen. Wat er wel veranderd is, is de impact ervan op onze huidige maatschappij, die getraumatiseerd is door de affaire-Dutroux.
Gaat het om weglopen of om een onrustwekkende verdwijning ?

Er is sprake van weglopen wanneer een minderjarige vertrekt zonder de toestemming van de ouders. Maar de grens tussen weglopen en een onrustwekkende verdwijning is niet altijd even duidelijk te trekken ...

Er is sprake van een onrustwekkende verdwijning als hij of zij: jonger is dan 13 jaar, gehandicapt of om een andere reden niet zelfstandig is, onder medische behandeling is, in slecht gezelschap verkeert, of wanneer weglopen helemaal niet past bij zijn of haar normale gedrag. We spreken echter van weglopen wanneer de jongere dit heeft aangekondigd, een brief of andere aanwijzingen heeft achtergelaten die op weglopen wijzen (bv. hij of zij heeft kleren en geld meegenomen), wanneer er sprake is van een crisissituatie in het gezin, wanneer de jongere wegloopt op de dag van de rapportuitreiking ...

Maar ook “gewone” weglopers kunnen allerlei problemen tegenkomen, zeker als ze geen veilige plaats hebben waar ze kunnen verblijven: agressie, drugs, moeten stelen om aan eten te komen enz. Toch kan weglopen tegelijk een heilzame werking hebben omdat hierdoor de problemen thuis aan het licht komen en er naar oplossingen moet worden gezocht.

Welke signalen kunnen wijzen op wegloopplannen ? Wat zijn de mogelijke redenen ?

Soms zijn er bepaalde signalen die kunnen wijzen op de plannen van een jongere om van huis weg te lopen. We denken dan aan problemen op school, zich terugtrekken, constant de grenzen aftasten, overmatig gebruik van alcohol of drugs, conflictgedrag, een nieuwe vriendenkring. Het kunnen aanwijzingen zijn, dat wel, maar wat is er dan eigenlijk echt aan de hand?

Problemen binnen het gezin zijn de meest voorkomende aanleiding om van huis weg te lopen. Soms stapelen de problemen zich op binnen het gezin en wordt het plots allemaal te veel: financiële moeilijkheden, slechte huisvesting, sociale uitsluiting ... Het zijn allemaal zaken die zwaar kunnen wegen op een gezin en de verhoudingen tussen de verschillende leden kunnen bemoeilijken. Jongeren kiezen er dan soms voor om – al dan niet letterlijk – die situatie te ontvluchten.

Terug naar huis

Wanneer een wegloper weer terug naar huis gaat, is het belangrijk dat de ouders daar op worden voorbereid en dat er ruimte is om erover te praten. Wat heeft de jongere duidelijk willen maken? Wat zijn de mogelijke oplossingen? En welke impact heeft dit weglopen gehad op de ouders? Het is in ieder geval belangrijk dat de ouders hun kind duidelijk maken dat het hen allemaal heeft geraakt, want weglopen is immers ook vragen om aandacht.

zaterdag 26 september 2015

Pesten op school : wat doen... of wat juist laten ?

Pesten is een sluipend proces dat door het slachtoffer en zijn omgeving pas na enige tijd wordt onderkend. Het kan gaan om subtiel en indirect kleineren, zoals negeren, roddelen of uitsluiten tot rechtstreekse agressie zoals verbale of fysieke bedreigingen, vernedering, beschadiging of diefstal van schoolgerief, en dit herhaaldelijk, zij het niet noodzakelijk dagelijks.

Het komt erop neer dat dit soort gedrag het leven ondraaglijk kan maken en de gevolgen ervan tot heel lang nadien kunnen nawerken, met een laag zelfbeeld of depressie als gevolg.
Pesten is een groepsfenomeen : een kind gedraagt zich agressief, enkele anderen doen mee, nog anderen doen niets. De volwassenen negeren bewust of onbewust dit gedrag door het af te doen als “iets dat nu eenmaal gebeurt als je een hoop kinderen bij elkaar zet”.


Hoe reageren ?

• Moedig je kind aan om over zijn ervaringen, ook de slechte, te praten en zijn emoties te uiten.

• Praat met de leerkrachten en blijf objectief. Probeer samen een strategie uit te dokteren.

• Als je er alleen niet uitgeraakt, contacteer dan een specialist.



Hoe maak je het nog erger ?

• Door de schuld bij je kind te zoeken, door te zeggen : “Als je dat had gedaan....”

• De confrontatie met de ouders van het pestende kind zoeken, zeker als je deze niet goed kent.

• Zelf het pestende kind aanpakken. Het geeft enkel de indruk dat je kind zijn eigen boontjes niet kan doppen.

• Je kind al van bij het eerste gesprek met de leerkrachten meenemen.

Verhinderen van voertuigidentificatie kan zwaarder worden bestraft

Identificatie


De Wegverkeerswet wordt aangepast om overtredingen in verband met voertuiginschrijving zwaarder te kunnen bestraffen.

Sommige bestuurders maken de identificatie van hun voertuig bewust onmogelijk om niet gevat te worden bij een overtreding. De manieren om voertuigidentificatie onmogelijk te maken, die deze wet viseert, zullen nog concreet gemaakt worden in een uitvoeringsbesluit.

Om meer ontradend te werken wordt deze overtreding nu gerangschikt als overtreding van de tweede graad. Hiervoor geldt een onmiddellijke inning van 110 euro en kan de rechter ook een verval van het sturen uitspreken.

woensdag 23 september 2015

Resultaten verkeerscontroles


Resultaten snelheidscontroles zonder onderschepping van 21/09/2015

Zottegem
Aantal controles: 349
Aantal overtredingen: 51

Herzele
Aantal controles: 100
Aantal overtredingen: 43

Sint-Lievens-Houtem
Aantal controles: 294
Aantal overtredingen: 105

Resultaten snelheidscontroles zonder onderschepping van 22/09/2015

Zottegem
Aantal controles: 540
Aantal overtredingen: 57

Herzele
Aantal controles: 945
Aantal overtredingen: 45

Sint-Lievens-Houtem
Aantal controles: 282
Aantal overtredingen: 35


dinsdag 22 september 2015

Agressieve honden : de juiste reacties

Of het nu in een professionele context is (bijvoorbeeld tijdens een ondervraging of een huiszoeking) of privé, in het bijzijn van een agressieve hond zijn bepaalde reacties absoluut te vermijden aangezien die een aanval kunnen uitlokken. Eerst overlopen we kort het dreiggedrag van een hond dat zich uit in bepaalde houdingen en gedragingen. Vervolgens bespreken we wat u het best (niet) doet in dergelijke omstandigheden.
Hoe uit een hond zijn agressie?

Er bestaan verschillende soorten agressie (met verschillende oorzaken), maar dit zijn de belangrijkste vormen:
- Dominantieagressie: de hond staat kaarsrecht, zijn kop, staart, oren en het haar op zijn rug staan recht, hij gromt eventueel, trekt zijn bovenlip op en hij kijkt zijn “tegenstander” recht in de ogen.
- Angstagressie: zijn algemene houding is laag, zijn lichaam, oren en staart zijn naar beneden gericht en hij laat zijn tanden zien. Wanneer een hond bang is, kan hij zonder enige aanwijzing plots bijten.

Het is in ieder geval nuttig om te weten dat agressie steeds begint met gegrom en dreigingen.

De aanval

Over het algemeen verloopt agressie in drie fases.

- De eerste fase is intimidatie. De hond dreigt al grommend, zet zijn haren overeind, zijn blik is gefixeerd op de ogen van de persoon voor hem.
- De volgende fase is de aanval: de hond bijt hard of minder hard.
- Ten slotte volgt de kalmering: de hond legt zijn poot op zijn slachtoffer of geeft likjes.

Dit is slechts één voorbeeld van hoe agressie, gevoed door angst, zich kan uiten. Soms is er geen kalmeringsfase, maar loopt de hond weg of verstopt hij zich.

De belangrijkste houdingen tegenover een agressieve hond

- Als de hond u bedreigt vanop een afstand, praat er dan rustig tegen, keer hem de rug niet toe, stap langzaam weg en vlucht vooral niet.
- Als de hond dichtbij is, ontwijk dan zijn blik en kijk hem zeker niet recht in de ogen: hij zal dit namelijk zien als een provocatie.
- Blijf rechtop staan, blijf rustig, laat uw armen langs uw lichaam hangen, maar wees waakzaam.
- Paai de hond niet, praat er niet tegen, zelfs niet met een zachte stem.
- Als de hond u op de grond duwt, rol u dan op tot een bal, met uw hoofd naar binnen en uw handen ter bescherming in uw nek.
- Maak geen aarzelende bewegingen, stap niet achteruit en maak ook geen wilde of bruuske bewegingen waaruit de hond zou kunnen opmaken dat u bang bent.

zondag 20 september 2015

De sportschutterslicentie

Sportschieten en recreatief schieten zijn geen synoniemen. In de wettige redenen om een vergunningsplichtig wapen voorhanden te mogen hebben, maakt de wapenwet een onderscheid tussen sportschieten en recreatief schieten. Een sportschutter is lid van een schietclub die aangesloten is bij een schietsportfederatie. Hij bezit een sportschutterslicentie en beoefent hiermee de schietdisciplines die door de federatie zijn toegelaten.
Voor het recreatief schieten is geen sportschutterlicentie vereist. De schutter moet een vergunning tot voorhanden hebben van het vuurwapen bezitten, met het recreatief schieten als wettige reden en kan zijn schietsessies houden via een erkende schietclub die niet bij een schietsportfederatie aangesloten is.

In dit artikel belichten wij het sportschieten. Het recreatief schieten zal het voorwerp uitmaken van een volgend artikel.

Het sportschieten is een bevoegdheid van de Gemeenschappen

In België is het sportschieten een bevoegdheid van de Gemeenschappen, die deze sport reglementeren door middel van decreten.
De erkende schietsportfederaties bepalen de verschillende schietdisciplines die door hun leden mogen beoefend worden. De sportschutter is aangesloten bij een schietsportfederatie via het lidmaatschap bij een schuttersvereniging, die van deze schietsportfederatie deel uitmaakt.
De verscheidene schietdisciplines van het sportschieten gebeuren met de wapens en de munities, op de wijze die bepaald is door de wapenwet en door de Gemeenschapsdecreten. De Belgische Gemeenschappen erkennen elkaars sportschutterslicenties.

Een sportschutterslicentie verwerven

Wie het sportschieten wil beoefenen sluit zich aan bij een schietclub, die erkend is door een sportschietfederatie en vraagt er een voorlopige sportschutterlicentie aan. Deze is slechts een beperkte tijd geldig en laat de schutter toe zich voor te bereiden op de theoretische en praktische proeven om de sportschutterslicentie te verkrijgen.

Deze licentie is vereist om aan sportschieten te mogen doen en wordt verleend door de schietsportfederatie aan de kandidaten die in de opgelegde proeven geslaagd zijn. De aanvrager moet tevens een attest van medische geschiktheid en een bewijs van goed zedelijk gedrag voorleggen en voldoen aan alle wettelijke voorwaarden om een wapen voorhanden te mogen hebben.

De sportschutter ontvangt een sportschutterboekje, waarin alle schietsessies moeten opgetekend worden. Om de geldigheid van zijn sportschutterslicentie jaarlijks te hernieuwen, zal de schutter minstens 12 schietsessies per jaar moeten bewijzen. De sportschutterlicentie is enkel geldig voor de wapencategorieën die erop vermeld staan.

Minderjarigen mogen niet aan sportschieten doen met wapens die vergunningsplichtig zijn, zonder dat ze hiervoor de schriftelijke toestemming van hun ouders of voogd hebben en enkel onder toezicht van een monitor zoals door de schietsportfederatie bepaald is.

Een sportschutterlicentie kan worden beperkt, geschorst of ingetrokken, wanneer de betrokkene de reglementering niet naleeft of inbreuken op de wapenwet pleegt.

Aldus bezit de sportschutter een officieel statuut dat vastgelegd werd in Gemeenschapsdecreten. Hierdoor geniet hij bepaalde faciliteiten, maar moet zich tevens schikken naar de opgelegde schietdisciplines van het sportschieten.

zaterdag 19 september 2015

Aanhouding voor openbare dronkenschap : wanneer en onder welke voorwaarden ?

Het is uiteraard niet verboden om te feesten en met vrienden iets te drinken. Het is wél verboden – en dus strafbaar – om een voertuig te besturen met een te hoog alcoholgehalte in het bloed, zelfs als de persoon in kwestie niet echt een dronken indruk maakt. Maar wat verstaan we precies onder openbare dronkenschap? Wat gebeurt er als iemand zich dronken op de openbare weg begeeft, ook al zit hij niet achter het stuur? In dit artikel gaan we hier wat dieper op in.

Wat is openbare dronkenschap en hoe wordt het bestraft ?

Iemand is in duidelijke staat van dronkenschap wanneer hij zodanig onder invloed van alcohol is dat hij geen controle meer heeft over zijn handelen, ook al is hij zich daar misschien nog wel van bewust.

In sommige gevallen brengt het overmatig gebruik van alcohol problematisch gedrag met zich mee, dat een bedreiging van de openbare orde of beschadiging van eigendommen kan betekenen. Denken we maar aan geluidsoverlast, het achterlaten van lege flessen, ruzies en vechtpartijen ... zowel op de openbare weg als in privégelegenheden.

De besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van dronkenschap heeft als doelstelling het voorkomen van problemen op openbare plaatsen die kunnen worden veroorzaakt door een persoon die in duidelijke staat van dronkenschap verkeert. Deze overtreding wordt bestraft met een boete of zelfs – in geval van recidive – met een gevangenisstraf.

Bestuurlijke aanhouding voor openbare dronkenschap

Bovendien kan iedereen die in staat van dronkenschap verkeert op een openbare plaats, bestuurlijk worden aangehouden, op voorwaarde dat die persoon:

- ofwel de openbare orde verstoort of aanstootgevend gedrag vertoont op een openbare plaats,

- ofwel een gevaar betekent voor anderen of voor zichzelf.

Een bestuurlijke aanhouding mag nooit langer duren dan strikt noodzakelijk is, met een maximumduur van 12 uur.

In geval van openbare dronkenschap zal de persoon in kwestie worden opgesloten in een ontnuchteringscel van het politiebureau gedurende minimaal 2 uur (en maximaal 12 uur).

De rechten van de aangehouden persoon

De officier van bestuurlijke politie moet zo snel mogelijk op de hoogte worden gebracht van een dergelijke bestuurlijke aanhouding. Wanneer hij de aanhouding verricht of bevestigt, zal hij deze laten registreren. Hiervoor moet het register van de vrijheidsberovingen volgens de regels worden ingevuld.

De aangehouden persoon heeft het recht te worden geïnformeerd – mondeling of schriftelijk, in een taal die hij begrijpt – over de aanleiding en de redenen van zijn aanhouding, de maximumduur ervan, de concrete procedure van de opsluiting in de cel en de mogelijkheid dat er een beroep wordt gedaan op dwangmaatregelen. Hij mag bovendien een vertrouwenspersoon op de hoogte brengen van zijn situatie.

Tijdens de duur van de aanhouding heeft de persoon in kwestie recht op medische verzorging (indien nodig), voldoende drinkwater, maaltijden op de normale etenstijden en toegang tot de nodige sanitaire voorzieningen.

Wanneer deze persoon weer wordt vrijgelaten, zal hij door de politie worden ondervraagd over de feiten die hij heeft gepleegd gedurende zijn openbare dronkenschap en zal er een proces-verbaal worden opgemaakt.
Bron: www.secunews.be

Verkopers van goederen aan huis? Wees op uw hoede!

Huis aan huis

Het is niet altijd gemakkelijk om nee te zeggen tegen een verkoper aan huis die u komt verleiden met uitzonderlijke producten aan fantastische prijzen. Hoewel de wet aan de kant van de consument staat, zijn er heel veel voorbeelden waar de verkopers van de onwetendheid van de consumenten profiteren om hen zo geld af te troggelen.
In de energiesector, bijvoorbeeld, is er een gedragscode van toepassing wanneer er contact wordt opgenomen met consumenten. Hierin staat dat o.a. nadrukkelijk dat leveranciers en verkoopsagenten geen misbruik mogen maken van de zwakheid van de consumenten en dat zij bijzonder gereserveerd moeten optreden ten aanzien van ouderen, mindervaliden en kansarmen. Deze regel wordt echter niet altijd gerespecteerd.

Wanneer een verkoper aanbelt:

• indien u alleen thuis bent en het is een onbekende persoon, kan u beter niet opendoen;
• als u de verkoper toch wilt binnen laten, vraag dan op voorhand zijn naam (en schrijf deze op) en vraag hem om zijn machtiging als ambulant verkoper te tonen; deze is verplicht;
• als hij dit weigert of als u de minste twijfel hebt, laat hem dan niet binnen.

Als u de verkoper binnenlaat:

• wees op uw hoede bij "unieke aanbiedingen", "kansen die u absoluut en/of snel moet aangrijpen": dit zijn vaak gevallen van oplichterij;
• betaal nooit iets onmiddellijk, zelfs geen voorschot;
• vraag een factuur en lees alle documenten zorgvuldig (vooral de kleine lettertjes);
• onderteken nooit een document waarin staat dat u de verkoper zelf heeft uitgenodigd, want zo verliest u, zonder het te weten, het herroepingsrecht;
• aarzel niet om alle mogelijke nuttige vragen te stellen.

Zodra de verkoper vertrokken is:

• controleer de kwaliteit van het product via kennissen, internet, Test-Aankoop enzoverder;
• als u twijfels hebt, vraag dan raad bij een consumentenvereniging;
• opgepast: indien u beslist toch van de aankoop af te zien, hebt u maximaal 7 dagen de tijd vanaf de dag volgend op het ondertekenen van het contract.

In geval van oplichting:

• leg klacht neer bij de lokale politie;
• leg online klacht neer bij de FOD Economie;
• ga naar een vereniging voor de verdediging van consumenten, zij weten heel goed wat u wel en niet moet doen in zo'n situatie.

Bron: www.FOD Economie.be

donderdag 17 september 2015

Zit je kind goed vast geklikt?

         

bivvgordelVolgens de laatste gedragsmeting van het BIVV is minstens één op de twee kinderen fout vastgeklikt in de auto. Eén op de tien kinderen wordt zelfs helemaal niet vastgemaakt! Nochtans, met een eenvoudige klik verdubbelen de overlevingskansen bij een verkeersongeval. Want, een botsing aan 50 km/u stemt overeen met een val van zo'n 3 verdiepingen hoog.

Wanneer een kinderzitje?

  • Kinderen - jonger dan 18 jaar - die kleiner zijn dan 1,35 m moeten vervoerd worden in een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem.
  • Kinderen vanaf 1,35 m moeten een gordel dragen of meereizen in een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem.
  • Vanaf 1,35 m laat de wet toe dat een kind alleen met de veiligheidsgordel wordt vastgemaakt. Maar als het minder weegt dan 36 kg en het verhogingskussen nog voldoende comfort biedt, is het beter om er zo lang mogelijk gebruik van te blijven maken.

De veiligste plaats in de auto

De zitplaatsen achterin zijn veiliger. Maar als het onmogelijk is om je kind achterin correct vast te maken, dan zet je het beter vooraan, correct vastgeklikt in een aangepast autozitje.

Uitzonderingen

  • Je kan achterin geen 3de kinderzitje installeren en de andere 2 zijn al in gebruik. Een 3de kind van 3 jaar of ouder (en kleiner dan 1,35 m) mag toch achterin worden vervoerd. Het moet dan een gordel dragen. Voorin mag het alleen in een autozitje meereizen.
  • In geval van occasioneel vervoer over een korte afstand, voor kinderen die niet door hun ouders worden vervoerd: kinderen van 3 jaar en ouder mogen toch achterin meereizen. Ze moeten dan de gordel dragen.

Geef zelf het goede voorbeeld en doe altijd je gordel om!

Appartementsgebouwen: de goede gewoontes

In appartementsgebouwen zijn er veelal meerdere ingangen. Bewoners, bezoekers en leveranciers komen en gaan de hele tijd, zonder dat ze elkaar kennen. Om diefstal te voorkomen neemt elke bewoner best een aantal goede gewoontes aan...

Als u het gebouw betreedt of verlaat:

• Sluit de deur en vensters van uw appartement altijd af. Vergeet ook de toegangsdeur van het gebouw niet.
• Als een onbekende binnen wil, vraag hem dan zich tot de conciërge te wenden.
• Waarschuw de conciërge als er toegangsdeuren onbeveiligd zijn, als er onbekenden rondhangen of als er materiaal of werktuigen die zouden kunnen dienen voor een inbraak, rondslingeren.

Als u in uw appartement bent:

• Houd de deur naar de gang op slot, vergeet ook de toegang via het balkon niet.
• Kijk eerst wie de bezoeker is, alvorens de hoofdingang te openen.
• Als iemand op de gang voor uw deur staat, gebruik dan de veiligheidsketting of de spion.
• Gebruik sloten met sleutels die niet kunnen worden gekopieerd. Als u een appartement verhuurt, vraag dan alle exemplaren terug bij het einde van het contract.
Bron. www.secunews.be



woensdag 16 september 2015

Wees waakzaam bij het gebruik van uw bankkaarten


Welke goede gewoonten kunt u aannemen om diefstal van uw bankgegevens of van uw kredietkaarten te voorkomen? 

De voornaamste diefstalrisico’s situeren, zich aan de geldautomaat, in het restaurant, in de winkels en op het internet. 

Belangrijke preventieve maatregelen
  • laat uw betaalkaart nooit in het zicht liggen van anderen : in uw wagen, op uw bureau ; leg uw kaart nooit neer, ook niet kortstondig, bijvoorbeeld op tafel op restaurant ; 
  • zodra u uw kaart in ontvangst neemt, plaats uw handtekening in de voorziene ruimte : zoniet, zou een dief dit in uw plaats kunnen doen! Sommige betalingen worden namelijk uitgevoerd op basis van de handtekening van de kaarttitularis ; 
  • onthoud uw geheime code, deel hem nooit mee aan iemand anders, zelfs niet via de telefoon aan iemand die beweert voor uw bank te werken ; 
  • neem steeds uw betaalbewijsjes mee en bewaar ze op een veilige plek of vernietig ze zodat het bankkaartnummer er niet meer opstaat. Gooi ze nooit in een vuilnisbak.

Aan de geldautomaat 

  • verberg uw geheime code voor indiscrete blikken door dicht tegen de geldautomaat te staan en verberg het klavier met uw vrije hand en uw lichaam. Wantrouw personen die u benaderen onder eender welk voorwendsel ; 
  • vermijd skimming : wanneer u uw bankkaart in een automaat inbrengt, zorg er steeds voor dat het apparaat uit één stuk bestaat en zeker niet de indruk geeft gemonteerd te zijn. Wees behoedzaam voor kaartlezers die bijkomende diensten bieden die niet overeenstemmen met de «standaardfuncties» ; 
  • indien de automaat u niet bekend is, verzeker u dat hij niet vrij staat en dat hij zich op een «klassieke» plaats bevindt, meestal ingebouwd tegen of in een bank. Er zijn al verschillende personen slachtoffer geworden van valse geldautomaten. 

In het restaurant, in de winkel

  • verlies nooit uw kredietkaart uit het oog wanneer u ze aan een winkelbediende of handelaar overhandigt ; 
  • voorkom dat deze persoon meermaals uw kaart in de kaartlezer brengt ; 
  • controleer geregeld uw rekeninguittreksels om een eventueel abnormaal saldo snel te achterhalen en uw financiële instelling hiervan op de hoogte te brengen.

Ingeval van een probleem – ingetrokken kaart, ingeslikte kaart, diefstal, enz. – blokkeer onmiddellijk uw bankkaart door Card Stop te bellen op het nummer 070 344 344.

maandag 14 september 2015

ICE-nummer (In Case of Emergency)

De hulpdiensten hebben soms moeite om familieleden van een slachtoffer (bijvoorbeeld bij een verkeersongeval) te vinden. 

Meestal staan hun telefoonnummers wel in de gsm van het slachtoffer, maar weten de hulpdiensten niet wie de rechtstreekse verwanten van het slachtoffer zijn. 

Om hulpverleners hiermee te helpen, is er een eenvoudig en handig middeltje dat iedereen kan toepassen : programmeer een ICE-nummer (ICE staat voor In Case of Emergency) in uw gsm-toestel. 

Onder deze term kunt u de naam en het telefoonnummer opslaan van mensen die moeten verwittigd worden bij een ongeval. Zo weten hulpverleners meteen wie ze moeten contacteren in geval van nood en kunnen kostbare minuten worden gespaard. Bovendien waarschuwen ze dan de persoon waarvan u wilt dat hij/zij op de hoogte wordt gebracht. 

Het ICE-nummer raakt ondertussen ook internationaal ingeburgerd. Het werkt dus ook bij noodgevallen in het buitenland.

Hoe programmeert u een ICE-nummer ?

Maak een contact aan met de naam ICE in het telefoonboek van uw gsm. Onder deze naam slaat u het telefoonnummer op van uw ‘noodgevallenpersoon’.Vergeet niet om de landcode voor het nummer in te voeren (+32 voor België). Zo kan uw ICE-contact ook vanuit het buitenland opgebeld worden. 

Indien je meerdere ICE-nummers wil programmeren voeg je een volgnummer toe en indien gewenst uw relatie met die persoon. Bvb : ICE01-echtgenoot, ICE02-dochter, ...

zaterdag 12 september 2015

Als u een spookrijder tegenkomt ...

Wat moet u doen als u wordt verwittigd dat er een spookrijder op uw stuk van de autosnelweg rijdt : 

• Zet uw waarschuwingslichten aan, vertraag en begeef u naar de pechstrook.

• Verlaat, indien mogelijk, onmiddellijk de autosnelweg en parkeer uw auto tot het incident voorbij is.

• Als dat niet mogelijk is, stop dan op de pechstrook en zet uw voertuig uiterst rechts, ga zelf achter de vangrails staan, uw leven is in gevaar!




Wat moet u doen als u net een spookrijder hebt gekruist : 

• Zet uw waarschuwingslichten op, vertraag en rijd op de pechstrook tot aan de eerste praatpaal die u tegenkomt.

• Verwittig via deze praatpaal de politie ; die zal automatisch weten waar u zich bevindt en welke de rijrichting is vanwaar de oproep komt.

vrijdag 11 september 2015

Identiteitscontroles: wettelijke voorwaarden

         

 identiteitskaart“Uw papieren alstublieft!” Politiemensen zeggen dit zowat elke dag. Maar mogen ze zomaar alles? Mogen ze iemand willekeurig controleren? Uiteraard niet! Een identiteitscontrole moet altijd gerechtvaardigd zijn.
De wetgever beschermt de rechten en vrijheden van zijn burgers. Daartoe behoren ook het recht op privacy en de bescherming van de eer en goede faam.
Het principe: iedereen moet zijn identiteit kunnen bewijzen
Om de identiteit van iemand te kunnen vaststellen, gaat de politieman een aantal elementen na: naam, voornaam, geboorteplaats en -datum, nationaliteit en woonplaats.
Deze controle gebeurt in principe door middel van de identiteitskaart, maar de gecontroleerde persoon mag zijn identiteit op alle mogelijke manieren bewijzen. Zo kan hij zijn identiteit ook bewijzen aan de hand van een officieel document: identiteitskaart, paspoort, verblijfsvergunning, rijbewijs, jacht- of visvergunning of om het even welk vergelijkbaar document (beroepskaart, SIS-kaart, bankkaart, ...). Ook de getuigenis van vertrouwenswaardige personen is hier toegelaten.
Wanneer een persoon zijn identiteit bewijst naar aanleiding van een identiteitscontrole op de openbare weg door een ander middel dan zijn identiteitskaart, kan hij wél in overtreding gevonden worden op art. 1 KB 29/07/1985 betreffende de identiteitskaarten of op art. 59.1 wegcode als de identiteitscontrole gebeurt naar aanleiding van een verkeersovertreding.
Bij een identiteitscontrole volstaat het niet dat de bewijsstukken getoond worden. Zij moeten aan de controlerende ambtenaar overhandigd worden, maar mogen slechts ingehouden worden gedurende de noodzakelijke tijd voor de verificatie van de documenten. Ze moeten daarna onmiddellijk aan de betrokkene worden teruggegeven. Indien de persoon in kwestie weigert, in de onmogelijkheid verkeert om het bewijs te leveren van zijn identiteit of indien zijn identiteit twijfelachtig is, mag hij/zij worden opgehouden gedurende de tijd die noodzakelijk is voor de verificatie van zijn identiteit (max. 12 uur).
Wanneer is een identiteitscontrole gerechtvaardigd?
Elke Belg ouder dan 15 jaar moet zijn identiteitskaart – of een bewijs van verlies of diefstal hiervan – altijd op zak hebben. Hij moet dit op eenvoudige vraag van de politie kunnen voorleggen. In dit geval moet er echter steeds een gegronde motivatie zijn die de identiteitscontrole rechtvaardigt en er mag geen willekeurige identiteitscontrole plaatsvinden.
Individuele identiteitscontroles
Als de persoon een misdrijf heeft gepleegd
De politie moet iedereen die een misdrijf heeft gepleegd, controleren. Daarbij kan het gaan om overtredingen (tegen de wegcode bijvoorbeeld), wanbedrijven of misdaden.
Als de persoon is aangehouden
De politie moet ook iedereen die van zijn vrijheid is beroofd (door een gerechtelijke of administratieve aanhouding) identificeren.
Als de persoon “verdacht” is
De politie kan op eigen initiatief de identiteit controleren van iedereen waarvan redelijkerwijs gedacht wordt dat zij worden opgespoord, dat zij gepoogd hebben of zich voorbereiden een misdrijf te plegen of dat zij de openbare orde zouden kunnen verstoren of verstoord hebben.
De redenen die een dergelijke controle kunnen rechtvaardigen, moeten objectief en concreet worden afgewogen in functie van:
  • het gedrag van de persoon (zich verstoppen, vluchten, aandachtig een juwelierszaak observeren, ...);
  • materiële aanwijzingen (de persoon beantwoordt aan een beschrijving, hij bestuurt een verdacht voertuig, is in het bezit van geseinde voorwerpen, ...);
  • omstandigheden van tijd en plaats (aanwezig zijn als de winkels gesloten zijn, op de parking van een bioscoop rondhangen terwijl de film bezig is, om twee uur in de ochtend in een industriezone rondrijden, ...).
Geplande (systematische) identiteitscontroles
Als de persoon een plaats wil betreden waar hij een gevaar voor de openbare orde zou kunnen vormen
Hier worden enerzijds personen bedoeld die deelnemen aan publieke bijeenkomsten, die een reëel gevaar voor de openbare orde vormen. Anderzijds gaat het over personen die zich naar een plaats willen begeven waar de openbare orde in het gedrang kan komen. Concreet gaat het hier over plaatsen waar sportwedstrijden of artistieke, culturele, folkloristische of politieke, ... evenementen plaatsvinden. Zodra er riscio’s zijn voor de openbare orde, mogen controles worden uitgevoerd.
Om de openbare veiligheid te bewaren
De burgemeester / minister van Binnenlandse Zaken mag, binnen het raam van zijn bevoegdheden en om de openbare veiligheid te handhaven, aan de politiediensten identiteitscontroles opleggen en er ook de modaliteiten van vastleggen.
In het kader van de vreemdelingenwet
De politie kan geplande identiteitscontroles doorvoeren met betrekking tot de toegang tot het grondgebied van vreemdelingen. De burgemeester / minister van Binnenlandse Zaken mag eveneens systematische identiteitscontroles voorschrijven binnen de perken van hun bevoegdheden en in de omstandigheden door hen bepaald met betrekking tot hun verblijf en vestiging.


Bron: www.secunews.be

Welke plaatsen mogen politiebeambten te allen tijde betreden ?

Mogen politiebeambten zomaar binnenvallen in een kraakpand, een kerk of een hotelkamer?


Tot welke plaatsen hebben de politiediensten altijd vrije toegang ?

Plaatsen die vrij toegankelijk zijn voor het publiek en leegstaande gebouwen mogen in principe altijd worden betreden door de politiediensten. Hetzelfde geldt voor hotels en andere vormen van logement, op voorwaarde dat er geen huisvredebreuk wordt gepleegd
.

Wat is de rol van de politie in deze context ?

• Erover waken dat de politiewetten en -reglementen worden nageleefd.
• Door hun zichtbare aanwezigheid voorkomen dat er overtredingen worden begaan, of een einde maken aan een overtreding.
• Garanderen dat de aanwezige personen en goederen veilig zijn en indien nodig assistentie verlenen.



Plaatsen die vrij toegankelijk zijn voor het publiek

Hiermee worden plaatsen bedoeld die voor iedere burger, zonder onderscheid, toegankelijk zijn: de openbare weg, openbare gebouwen, winkels, parkings van grootwarenhuizen, kerken ...

Politiebeambten mogen deze plaatsen betreden zoals het publiek zelf en onder dezelfde voorwaarden (m.a.w. tijdens de openingsuren).



Leegstaande gebouwen

Politiebeambten mogen op elk moment in een leegstaand gebouw binnengaan, zowel overdag als ’s nachts. Echter, als er in zo’n gebouw krakers zitten die er hun permanente verblijfplaats hebben, is dit niet toegestaan en zijn de bescherming van het privéleven en de onschendbaarheid van de woning van kracht.

Het bepalen of het daadwerkelijk om een “leegstaand gebouw” gaat, is een kwestie van feiten en omstandigheden. Het gaat om verschillende soorten plaatsen die effectief zijn verlaten door de eigenaar en die niet meer worden gebruikt. We denken bijvoorbeeld aan fabrieksgebouwen die niet meer in gebruik zijn, een braakliggend terrein of bouwvallige woningen die al een tijd onbewoond zijn.



Hotels en andere vormen van logement

Als het gaat om hotels, jeugdherbergen ... en andere vormen van logement (vakantiehuisjes, campings, bed & breakfast enz.), mogen politiebeambten deze betreden – steeds met respect voor de onschendbaarheid van de woning – om de inschrijvingsdocumenten van de gasten te controleren.

De wet bepaalt namelijk dat iedere gast moet worden ingeschreven door de eigenaar of het personeel van het logement. Die registratie moet gebeuren op de dag van aankomst van de gast. Binnen de 24 uur nadat de gast weer is vertrokken, moet ook de datum van vertrek worden genoteerd.

Plaatsen die echter als “huis” in de ruime zin van het woord kunnen worden beschouwd (zie het vorige artikel), en die op dat moment als werkelijke verblijfplaats worden gebruikt, zijn beschermd door de onschendbaarheid van de woning. Dat kan gaan om een tent, een caravan, een hotelkamer, een mobilhome ...
Bron: www.secunews.be

donderdag 10 september 2015

Wie is vrijgesteld van het dragen van de veiligheidsgordel ?

Volgens artikel 35.1.1. van de wegcode is het dragen van de veiligheidsgordel verplicht voor alle bestuurders en passagiers (voorin én achterin) van auto’s die aan het verkeer deelnemen.

Er zijn echter uitzonderingen voorzien door artikel 35.2.1, maar het gaat dan wel om specifieke gevallen.
Zijn vrijgesteld van het verplichte gebruik van de veiligheidsgordel :

 • de bestuurder die achteruit rijdt ;

• de bestuurder en de passagiers van de prioritaire voertuigen, wanneer de aard van hun opdracht het rechtvaardigt ;

• de bestuurder van een taxi wanneer die een klant vervoert ;

• de beambten van de Post, wanneer zij, op plaatsen die op korte afstand van elkaar gelegen zijn, postzendingen uitreiken of ophalen ;

• de personen die in het bezit zijn van een vrijstelling op grond van gewichtige medische redenen. Het medische getuigschrift afgeleverd door een arts moet overgemaakt worden aan de FOD Mobiliteit en Vervoer die bevoegd is om het attest van vrijstelling in kwestie af te leveren.
Bron: www.secunews.be

Kent u de "hoaxwijzer" al ?

Iedereen kent wel het fenomeen van de "kettingmail", bvb door een mail te forwarden naar uw vrienden krijg je binnen de maand geld op uw rekening gestort.

Uiteraard gebeurt dit niet en gaat het hier om een "hoax"

Hoax is het Engelse woord voor nep, bedrog, oplichterij. Vooral internetgebruikers met wat minder web-feeling trappen bij de vleet in hoaxes en ontketenen een heuse kettingreactie van paniek door de verhalen op sociale media te posten en te retweeten.

Op de HOAXWIJZER vindt u een overzicht van dergelijke (valse) verhalen die op het internet circuleren.

U vindt er verder ook nog waarschuwingen terug m.b.t. pogingen tot fraude en oplichtingspraktijken op het internet, Facebook of via e-mail.

Meer info : HOAXWIJZER




woensdag 9 september 2015

Hoe kies je een goed paswoord?

Richtlijn 1: Een paswoord mag niet terug te vinden zijn in een woordenboek of in de profielen van sociale netwerken (familienaam, geboortedatum, huisdiernamen, enz.).

De meest gebruikte techniek is het systematisch proberen op basis van woordenboeken : als het encryptiealgoritme voor de paswoorden gekend is kan dit toegepast worden op slim gekozen woordenboeken op het internet, beschikbaar in vele talen, en kan het resultaat voor elke woord vergeleken worden met het op voorhand te pakken gekregen systeembestand dat de paswoorden bevat.Op deze wijze kunnen ongeveer 20% van de paswoorden achterhaald worden uit het systeembestand in minder dan een uur.Een goede samenstelling van een paswoord zorgt ervoor dat deze techniek niet langer efficiënt is.

Richtlijn 2: Je paswoord moet bestaan uit een mengeling van alfanumerieke en speciale karakters (- + ! @ %, enz.).

Richtlijn 3: Je paswoord moet minstens 8 karakters lang zijn (op Unix-systemen worden enkel de eerste 8 karakters in acht genomen).

De twee andere technieken gaan systematisch alle mogelijke combinaties proberen. Ofwel met een beperkte karakterlijst, ofwel met beperkte lengte. Om deze pogingen te doen mislukken moet het aantal mogelijke combinaties verhoogd worden, wat leidt tot de bovenstaande twee richtlijnen.

Bovenop deze eerste drie basisregels zorgen de volgende vier voor een optimale bescherming:

Richtlijn 4: Geef je paswoord nooit aan iemand anders.

Een paswoord is een geheim tussen jou en je machine dat je met niemand deelt.  Als je het aan iemand toevertrouwt, zelfs een student, vriend of naaste, is het geen geheim meer en verliest het paswoord zijn rol van authenticatie. Hiermee wordt de beveiliging aan de basis geraakt. Vanaf dat moment zijn de maatregelen die op andere niveau's genomen worden vrijwel waardeloos.

Je mag het paswoord nooit neerschrijven, zeker niet in de buurt van de machine, of bewaren op een manier die toelaat het met het systeem te lezen dat eigenlijk moet beschermd worden. De stickers onder het klavier of de muismat zijn geen goed idee !

Richtlijn 5: Wijzig geregeld je paswoord.

Paswoorden kunnen leesbaar over het netwerk gaan. Eenvoudige technieken (sniffers, Trojaanse paarden, enz.) kunnen geactiveerd worden om de combinatie gebruikersnaam-paswoord te vangen zonder medeweten van gebruikers of beheerders.

De tools kunnen maanden actief blijven zonder ontdekt te worden. Gedurende die tijd dat ze zich op het netwerk schuilhouden vangen ze alle paswoorden die circuleren. Daarom moet zelfs een robuust paswoord geregeld gewijzigd worden.

Richtlijn 6: Gebruik niet hetzelfde paswoord voor verschillende toepassingen.

Er bestaan toepassingen die toelaten om de verschillende paswoorden voor je toepassingen op te slaan. Ze maken gebruik van een databank die je met een enkel paswoord opent.

Richtlijn 7: Hou je systeem en antivirus steeds up-to-date.


Je kan de sterkte van je wachtwoord testen op passwordmeter.com

Deur aan deur bevraging Electrabel

Electrabel heeft laat weten dat er vanaf vandaag gedurende een ganse week verschillende medewerkers van Electrabel van deur tot deur zullen gaan met een vragenlijst.

De gemeentebesturen van Herzele, Zottegem en Sint-Lievens-Houtem werden ook op de hoogte gebracht.

Wettige verdediging of het recht van iedere burger om zich te beschermen


Daar juweliers, uitbaters van benzinestations en andere zelfstandigen vandaag de dag het doelwit kunnen worden van een gewapende overval, wordt wettige verdediging meer en meer ingeroepen om het verweer tegen de overvaller(s) te rechtvaardigen. Maar hoe ver mag die verdediging gaan? Zijn de omstandigheden waarin wettige verdediging mag worden ingeroepen dezelfde voor particulieren en handelaars? En welke mogelijke consequenties heeft dat op het vlak van de rechtspraak?
                  
Als afwijking op het verbod om het recht in eigen handen te nemen, maken de artikels 416 en 417 van het Strafwetboek het mogelijk om iedere inbreuk hierop die in het kader van de verdediging tegen een daad van agressie zou zijn begaan, te rechtvaardigen. Dit geldt echter niet wanneer het gaat om onopzettelijke inbreuken. Uitgaande van het principe dat ‘men zich niet onvrijwillig, uit onvoorzichtigheid of bij gebrek aan voorzorgsmaatregelen verdedigt’, kan een geval waarbij een vuurwapen vanzelf afgaat en de aanvaller verwondt, niet worden beschouwd als wettige verdediging.

Zich verdedigen, ja, maar niet in elke situatie

Hoewel het soms wordt gezien als een vrijbrief om te verwonden of zelfs te doden, is het begrip ‘noodweer’ (of wettige verdediging) heel strikt omschreven. Het recht op wettige verdediging gaat pas in als iemand slachtoffer is van een daad van agressie. Die daad moet in de eerste plaats ogenblikkelijk zijn, d.w.z. nakend of zich reeds voltrekkend. Schieten op een dader die wegvlucht, is dus uitgesloten. De loutere mogelijkheid van een aanval bevat eveneens onvoldoende grond voor noodweer.
De aanval moet daarenboven onwettig zijn. Wettige verdediging kan dus niet worden ingeroepen door iemand die zelf een fout heeft begaan. Een aanvaller die zich in het nauw gedreven voelt en die als reactie zelf opnieuw en nog heviger in de aanval gaat, kan zich in geen geval beroepen op wettige verdediging om zijn verantwoordelijkheid te ontlopen.
De aanval moet bovendien ernstig zijn, d.w.z. van dien aard dat er kan worden gevreesd voor een ernstig gevaar voor de lichamelijke of geestelijke integriteit. De aanval moet ook tegen personen gericht zijn, tegen zichzelf of tegen een ander. Er kan dus in geen geval een beroep worden gedaan op wettige verdediging wanneer men zijn gezelschapsdier, zijn juwelen of andere materiële goederen probeert te beschermen.
Tot slot mag de persoon die op een dergelijke manier wordt aangevallen, over geen enkele andere manier beschikken om zich te beschermen en geen mogelijkheid hebben om een beroep te doen op de hulp van een overheidsinstantie.

Zich verdedigen, ja, maar niet tegen elke prijs

Wanneer iemand wordt aangevallen, betekent dat nog niet dat hij nodeloos geweld mag gebruiken. De verdediging moet altijd in verhouding staan tot de aanval. Met zwaar (of zelfs dodelijk) geweld reageren op een lichte aanval, kan nooit worden getolereerd.
Wanneer aan bovenstaande voorwaarden is voldaan, kan iedereen wettige verdediging inroepen, of hij nu particulier of handelaar is. Als de rechter beslist dat het inderdaad om wettige verdediging gaat, betekent dit dat de persoon die werd aangevallen, vrijuit gaat. Hetzelfde geldt voor de personen die hem eventueel hebben geholpen om zich te verdedigen.

dinsdag 8 september 2015

Kent u de Kinderrechtswinkel ?

Het aanbod van de Kinderrechtswinkel richt zich naar 3 doelgroepen: in de eerste plaats de minderjarigen zelf die vragen hebben over Kinderrechten, advies willen omtrent het Belgische jeugdrecht of bijstand wensen in zeer concrete situaties.

Daarnaast ook volwassenen uit de omgeving van minderjarigen, bv. ouders, grootouders, andere familieleden, vrienden of kennissen, die meer willen weten over de rechten en mogelijkheden van de minderjarige in bepaalde situaties zoals echtscheiding, kindermishandeling, procedures voor de jeugdrechtbank,…

En ten slotte professionelen die met minderjarigen werken en vragen hebben rond de concrete rechtspositie van de minderjarigen waarmee ze in aanraking komen. Deze laatste groep kan sinds 2010 rechtstreeks terecht bij de juridische helpdesk van de Kinderrechtswinkel.

U vindt op de website interessante informatie over o.a. : als ouders uit elkaar gaan, minderjarigen en de politie, ….

maandag 7 september 2015

Handtasdiefstal op straat


Naast het verlies van geld en papieren heeft de brutaliteit waarmee één of meerdere daders een handtas willen meegraaien een traumatische ervaring voor het slachtoffer als gevolg. Niet meer op straat komen is natuurlijk geen oplossing, maar u kunt wel een aantal voorzorgsmaatregelen nemen om potentiële daders geen kans te geven.

Hoe voorkomt u handtasdiefstal op straat?

Neem nooit grote sommen geld mee in uw handtas. Draag identiteitskaart, sleutels en gsm liefst op het lichaam, in een zak met ritssluiting.

Als u alleen uitgaat, ga dan langs goed verlichte straten die u goed kent en waar nog veel voorbijgangers zijn. Probeer niet te lang aan donkere en afgelegen bus- of tramhaltes te staan wachten.

Bent u al wat ouder en moet u geld afhalen aan een bankautomaat, neem dan een kennis mee. In de buurt van banken moet u trouwens steeds opletten voor mensen die u op het eerste gezicht willen helpen, maar die eigenlijk minder goede bedoelingen hebben.

Houd uw handtas voor u. Rol de draagriem beter niet rond uw arm of uw lichaam. U riskeert anders ten val te komen of gewond te raken als men uw handtas wil wegrukken.

Als u door onbekenden met een smoes wordt aangesproken, laat u dan niet afleiden, maar let op en vervolg uw weg.

Resultaten verkeerscontroles afgelopen weekend


Resultaten snelheidscontroles zonder onderschepping van 06/09/2015


Zottegem
Aantal controles: 1116
Aantal overtredingen: 175

Herzele
Aantal controles: 76
Aantal overtredingen: 31

Sint-Lievens-Houtem
Aantal controles: 295
aantal overtredingen: 66

Uw kind leren om alleen naar school te gaan

Enkele praktische tips waardoor ouders die hun kinderen te voet tot aan de school begeleiden, hen stapsgewijs een juist en veilig gedrag kunnen bijbrengen.

Algemene aanbevelingen :

Maak regelmatig verplaatsingen te voet met uw kind om hem/haar zo de straatomgeving te leren ontdekken. Zo kan hij/zij beetje bij beetje in alle veiligheid zelfstandig worden.

Vertrek ruim op de tijd naar school; zo vermijdt u dat uw kind zich moet haasten en bang wordt.

Geef uw kind zeer concrete raadgevingen en gebruik duidelijke voorbeelden.

U vergezelt uw kind op straat :

Geef de basisregels mee aan uw kind: niet spelen of lopen, maar wel op de stoep stappen langs de kant van de huizen en een hand geven bij het oversteken.

Wijs uw kind systematisch op de mogelijke gevaren (de in- en uitritten van garages ...) en leg uit hoe hij/zij moet reageren in geval van een onvoorziene hindernis, zoals een slecht geparkeerde auto.

Laat uw kind de verschillende geluiden, de verkeerslichten en de wegmarkeringen ontdekken, alsook het gedrag van andere voetgangers, skeelers, fietsers, bromfietsers, autobestuurders, motorrijders ...

Leg uw kind de functie en de betekenis uit van de aanwijzingen van gemachtigde opzichters en van de bevelen van de bevoegde personen.

Uw kind moet een straat oversteken :

Wijs uw kind erop dat hij/zij een oversteekplaats voor voetgangers moet kiezen of – als die er niet is – een plek vanwaar hij/zij van beide kanten de auto’s van ver kan zien aankomen en vanwaar het kind zelf ook goed zichtbaar is.

Leer uw kind om even voorzichtig te zijn op oversteekplaatsen voor voetgangers als daarbuiten en om als een auto vertraagt, zich er toch altijd van te vergewissen dat de bestuurder ervan hem/haar gezien heeft alvorens over te steken.

Maak uw kind duidelijk dat hij/zij altijd eerst naar links, dan naar rechts en vervolgens nog eens naar links moet kijken alvorens zich op de straat te begeven.

Leer uw kind dat als er verkeerslichten zijn, hij/zij moet wachten met oversteken tot het mannetje groen is én tot alle voertuigen stilstaan, zelfs wanneer het licht voor de auto’s rood is.

Uw kind mag alleen te voet naar school gaan :

Zorg ervoor dat het traject kort en eenvoudig is. Het is beter om in het begin het aantal straten die moeten worden overgestoken en andere moeilijke situaties te beperken.

Overtuig u ervan dat uw kind de verschillende gevaren van de reisweg kent. Hij/zij moet dus eerst het traject vaak genoeg met u of een andere een volwassene hebben afgelegd en zich gepast hebben gedragen.

vrijdag 4 september 2015

Afval verbranden in de tuin, hoe zit dat nu?

Voor het verbranden van afval moet in de regel een milieuvergunning aangevraagd worden (Vlarem I). Er is echter een uitzondering op deze regel (Art. 4.4.1.1. Vlarem II):
De vernietiging door verbranding in open lucht van afval is verboden, tenzij het gaat om plantaardig afval afkomstig van:
  1. het onderhoud van tuinen.
  2. de ontbossing of ontginning van terreinen.
  3. eigen bedrijfslandbouwkundige werkzaamheden.
OPGELET, hieraan zijn o.a. deze richtlijnen verbonden (Bepalingen Veld-en boswetboek):
  • De plantaardige afvalstoffen van tuinen mogen enkel verbrand worden op meer dan 100 meter afstand van bebouwing, boomgaarden, bossen, hagen,... Dit betekent in praktijk vaak dat in de meeste woonzones afval verbranden helemaal niet is toegelaten.
  • Het is bovendien verboden om het afval te transporteren naar een plaats (bijvoorbeeld veld) waar men de afstandsregels wél kan respecteren.
Meer informatie omtrent deze complexe wetgeving kan je terugvinden op de site van OVAM.

Wat riskeer je?

De politie krijgt regelmatig klachten van omwonenden over (tuin)afval dat verbrand wordt. Als de richtlijnen gevolgd worden (zoals beschreven hierboven), is er niets aan de hand. Worden de regels wel geschonden, dan riskeert de overtreder een boete van 50 euro (bij herhaling 120 euro).

Er zijn verschillende reglementeringen die het stoken en verbranden van afval regelen: het afvalstoffendecreet, het milieuvergunningsdecreet, Vlarem I en II, het strafwetboek, het veldwetboek,...

dinsdag 1 september 2015

Aanvang nieuwe fase stadskernhernieuwing Zottegem


Vanaf deze week is de volgende fase van de stadskernvernieuwing in Zottegem van start gegaan waarbij de Hoogstraat volledig dient afgesloten te worden.


Er is een wegomlegging voorzien via de Graaf van Egmontstraat, Kasteelstraat, Molenkouter en Wolvenstraat.