Pagina's

vrijdag 11 september 2015

Identiteitscontroles: wettelijke voorwaarden

         

 identiteitskaart“Uw papieren alstublieft!” Politiemensen zeggen dit zowat elke dag. Maar mogen ze zomaar alles? Mogen ze iemand willekeurig controleren? Uiteraard niet! Een identiteitscontrole moet altijd gerechtvaardigd zijn.
De wetgever beschermt de rechten en vrijheden van zijn burgers. Daartoe behoren ook het recht op privacy en de bescherming van de eer en goede faam.
Het principe: iedereen moet zijn identiteit kunnen bewijzen
Om de identiteit van iemand te kunnen vaststellen, gaat de politieman een aantal elementen na: naam, voornaam, geboorteplaats en -datum, nationaliteit en woonplaats.
Deze controle gebeurt in principe door middel van de identiteitskaart, maar de gecontroleerde persoon mag zijn identiteit op alle mogelijke manieren bewijzen. Zo kan hij zijn identiteit ook bewijzen aan de hand van een officieel document: identiteitskaart, paspoort, verblijfsvergunning, rijbewijs, jacht- of visvergunning of om het even welk vergelijkbaar document (beroepskaart, SIS-kaart, bankkaart, ...). Ook de getuigenis van vertrouwenswaardige personen is hier toegelaten.
Wanneer een persoon zijn identiteit bewijst naar aanleiding van een identiteitscontrole op de openbare weg door een ander middel dan zijn identiteitskaart, kan hij wél in overtreding gevonden worden op art. 1 KB 29/07/1985 betreffende de identiteitskaarten of op art. 59.1 wegcode als de identiteitscontrole gebeurt naar aanleiding van een verkeersovertreding.
Bij een identiteitscontrole volstaat het niet dat de bewijsstukken getoond worden. Zij moeten aan de controlerende ambtenaar overhandigd worden, maar mogen slechts ingehouden worden gedurende de noodzakelijke tijd voor de verificatie van de documenten. Ze moeten daarna onmiddellijk aan de betrokkene worden teruggegeven. Indien de persoon in kwestie weigert, in de onmogelijkheid verkeert om het bewijs te leveren van zijn identiteit of indien zijn identiteit twijfelachtig is, mag hij/zij worden opgehouden gedurende de tijd die noodzakelijk is voor de verificatie van zijn identiteit (max. 12 uur).
Wanneer is een identiteitscontrole gerechtvaardigd?
Elke Belg ouder dan 15 jaar moet zijn identiteitskaart – of een bewijs van verlies of diefstal hiervan – altijd op zak hebben. Hij moet dit op eenvoudige vraag van de politie kunnen voorleggen. In dit geval moet er echter steeds een gegronde motivatie zijn die de identiteitscontrole rechtvaardigt en er mag geen willekeurige identiteitscontrole plaatsvinden.
Individuele identiteitscontroles
Als de persoon een misdrijf heeft gepleegd
De politie moet iedereen die een misdrijf heeft gepleegd, controleren. Daarbij kan het gaan om overtredingen (tegen de wegcode bijvoorbeeld), wanbedrijven of misdaden.
Als de persoon is aangehouden
De politie moet ook iedereen die van zijn vrijheid is beroofd (door een gerechtelijke of administratieve aanhouding) identificeren.
Als de persoon “verdacht” is
De politie kan op eigen initiatief de identiteit controleren van iedereen waarvan redelijkerwijs gedacht wordt dat zij worden opgespoord, dat zij gepoogd hebben of zich voorbereiden een misdrijf te plegen of dat zij de openbare orde zouden kunnen verstoren of verstoord hebben.
De redenen die een dergelijke controle kunnen rechtvaardigen, moeten objectief en concreet worden afgewogen in functie van:
  • het gedrag van de persoon (zich verstoppen, vluchten, aandachtig een juwelierszaak observeren, ...);
  • materiële aanwijzingen (de persoon beantwoordt aan een beschrijving, hij bestuurt een verdacht voertuig, is in het bezit van geseinde voorwerpen, ...);
  • omstandigheden van tijd en plaats (aanwezig zijn als de winkels gesloten zijn, op de parking van een bioscoop rondhangen terwijl de film bezig is, om twee uur in de ochtend in een industriezone rondrijden, ...).
Geplande (systematische) identiteitscontroles
Als de persoon een plaats wil betreden waar hij een gevaar voor de openbare orde zou kunnen vormen
Hier worden enerzijds personen bedoeld die deelnemen aan publieke bijeenkomsten, die een reëel gevaar voor de openbare orde vormen. Anderzijds gaat het over personen die zich naar een plaats willen begeven waar de openbare orde in het gedrang kan komen. Concreet gaat het hier over plaatsen waar sportwedstrijden of artistieke, culturele, folkloristische of politieke, ... evenementen plaatsvinden. Zodra er riscio’s zijn voor de openbare orde, mogen controles worden uitgevoerd.
Om de openbare veiligheid te bewaren
De burgemeester / minister van Binnenlandse Zaken mag, binnen het raam van zijn bevoegdheden en om de openbare veiligheid te handhaven, aan de politiediensten identiteitscontroles opleggen en er ook de modaliteiten van vastleggen.
In het kader van de vreemdelingenwet
De politie kan geplande identiteitscontroles doorvoeren met betrekking tot de toegang tot het grondgebied van vreemdelingen. De burgemeester / minister van Binnenlandse Zaken mag eveneens systematische identiteitscontroles voorschrijven binnen de perken van hun bevoegdheden en in de omstandigheden door hen bepaald met betrekking tot hun verblijf en vestiging.


Bron: www.secunews.be